12 april 2016: over grove omgangsvormen op sociale media

Hoe ga je om met de stroom aan grove, negatieve reacties op sociale media? En hoeveel invloed hebben de reaguurders? D66-fractievoorzitter Alexander Pechtold en NRC-columnist Bas Heijne weten er alles van en deelden hun ervaringen en visie op dit onderwerp met een tot de nok toe gevuld Politiek Café.

Reageren of niet?

Heijne vertelt dat hij soms zoveel negatieve reacties krijgt dat het verleidelijk is om daarop te reageren. “Mijn eerste, impulsieve reactie is: ik reageer. Maar vervolgens ben je bij wijze van spreken een halve week bezig om de rust terug te krijgen, dat is niet bepaald vredebevorderend. Dus je maakt een afweging wanneer je reageert en wanneer niet.” Pechtold noemt de reacties vaak ‘een wat onhandige schreeuw om aandacht’. “Soms bel ik die mensen wel eens op en vaak kom je dan op een inhoudelijk gesprek waaruit blijkt dat diegene zeer betrokken is bij het onderwerp, maar dat het er onhandig uit komt.”

Daarnaast hebben de reaguurders vaak zelf niet eens door dat hun tweet een groot bereik kan hebben. Pechtold: “Als je mensen persoonlijk aanspreekt op hun reactie, is hun eerste emotie allang weer weg. Die emotie hadden ze alleen bij het verzenden van het bericht. Ze zeggen weleens: “Ik heb maar 200 volgers, mijn reactie ziet bijna niemand”. Maar ze beseffen niet dat ik er bijna 500.000 heb en dat als ik het retweet, iedereen het kan zien. De ‘anonieme burger’ wordt dan volledig blootgelegd.”

Invloed van reaguurders

Hoeveel invloed hebben reaguurders op het verloop van de geschiedenis? Als voorbeeld wordt de benoeming van Nationale Ombudsman Guido van Woerkom genoemd. Daarover ontstond ophef vanwege een discriminerende opmerking die hij ooit maakte. Op de sociale media vielen mensen volledig over hem heen. Nog geen twee weken na zijn benoeming als Nationale Ombudsman heeft Van Woerkom zich weer teruggetrokken. Heijne: “In dit geval vond ik de reacties op de sociale media terecht. Want ik denk dat uit alle interviews die hij heeft gegeven, bleek dat hij volledig ongeschikt was voor deze functie”. Hij geeft daarbij aan dat sommige dingen via sociale media snel aan het licht komen en een bepaalde stemming creëren. “Maar dat kun je niet altijd afkeuren, want soms is het gewoon de waarheid die aan het licht komt. Dat kan verschrikkelijk hard zijn, maar soms ook terecht.”

Iemand uit het publiek stelt de vraag of de reacties op sociale media ook daadwerkelijk leiden tot verandering. Heijne gebruikt het voorbeeld van de nieuwe Nationale Ombudsman Van Zutphen als antwoord. “Volkskrant-columnist Toine Heijmans volgde de nieuwe Nationale Ombudsman op zijn campagnetour door het land en concludeerde dat de ophef rondom Van Zutphen hem scherper heeft gemaakt. Hij nam een heel andere houding aan als Ombudsman dan voorheen, meer open en uitnodigend. Dus reacties op sociale media kunnen ook positieve effecten hebben.”

Reaguurders zijn in de minderheid

Vaak worden vooral de negatieve reacties onder de aandacht gebracht. Door deze aandacht wordt het beeld geschetst dat de meerderheid van de mensen zo denkt. Pechtold wil in het gesprek benadrukken dat dit niet zo is: “Het zijn maar een paar mensen (vaak dezelfde) die negatief reageren. Deze groep is niet de meerderheid en hun uitspraken zijn dus niet per se representatief.” Het is volgens hem net als in het verkeer: “In het verkeer bevind je je met veel mensen samen. Er zijn af en toe een paar agressieve rijders die zich niet aan de regels houden. Maar samen met mijn andere medeweggebruikers kunnen wij ons prima in het verkeer bewegen en aan de regels houden.” Volgens Heijne zijn ook de kranten erachter gekomen dat de reaguurders een minderheid vormen, maar wel een actieve minderheid. “Kranten waren aanvankelijk heel enthousiast  over de mogelijkheid om online te kunnen reageren op artikelen. Maar na verloop van tijd ontdekten ze dat ‘het volk’ slechts uit acht mensen bestond en verdween op veel plekken de reactiemogelijkheid.”

Moeten we ons erbij neerleggen?

“Als je columns schrijft, zeggen bloggers vaak: de eerste reacties zijn bagger. De reacties die iets later komen zijn waardevoller. Bloggers zijn helemaal niet meer gekwetst door die vreselijke reacties. Ze hebben een filter waardoor je daar op een gegeven moment niet meer op let”, zegt Heijne. Pechtold vult aan dat snel reageren ook een beetje hoort bij het huidige politieke klimaat. “Politici worden snel om een mening gevraagd. Neem bijvoorbeeld het drama in Zaventem. De rook hing letterlijk nog in de lucht toen Wilders voorstelde de grenzen dicht te gooien en Pechtold werd gevraagd wat hij van dat voorstel vond.”

Iemand uit het publiek vraagt of de politiek dit vluchtige klimaat zelf ook niet voedt. Zij vindt dat Pechtold nu een beetje een slachtofferrol aanneemt. Pechtold: “Ik geef alleen aan dat onze behoefte aan een reactie te maken heeft met hoe de maatschappij georganiseerd is. Ik beschrijf dus aan welke prikkels ik ook, net als ieder mens, blootsta.” Heijne valt Pechtold bij door te stellen dat politici de vluchtigheid en de negatieve reacties op sociale media niet hebben uitgevonden, maar dat het de symptomen van de maatschappij zijn. Politici alleen kunnen de omslag niet maken, het is een verantwoordelijkheid voor ons allemaal. “Wij klikken massaal op een bericht als ‘Wat gebeurt er met je haar als je het 56 dagen niet wast?’ in plaats van een verdiepend achtergrondartikel. Zo houden we de sensationele berichtgeving ook in stand.”