12 december 2017: over dilemma’s in de gezondheidszorg

Op dinsdag 12 december 2017 bespraken we in het Politiek Café actuele dilemma’s in de gezondheidszorg met Marli Huijer, bijzonder hoogleraar publieksfilosofie (EUR) en voormalig Denker des Vaderlands, en Gert-Jan Segers, partijleider van de ChristenUnie. De avond stond onder leiding van Henk Steenhuis (Dagblad Trouw). Hieronder leest u het verslag.

Welke zorg willen we voor wie betalen?

Ter inleiding laat Henk Steenhuis een aantal krantenartikelen zien die illustreren hoe ad hoc er vaak wordt nagedacht over rechtvaardigheid in de zorg, en hij citeert Martin Buizer, die in Trouw heeft opgeroepen om fundamenteler na te denken over welke zorg we voor iedereen willen betalen, en waar we en aan wie we voorrang geven. Deze fundamentele vraag wordt nu niet besproken in het publieke debat – het gaat altijd over individuele gevallen.

Commissie Dunning

Marli Huijer brengt de commissie Dunning in herinnering, die deze discussie in de jaren negentig al op gang heeft proberen te brengen. Die discussie is echter nooit goed van de grond gekomen. We willen meer dan we kunnen betalen. De zorg is nu zo geïndividualiseerd, dat er soms zelfs medicijnen worden gemaakt die zijn toegespitst op één persoon. Dat kost veel geld.

Goddelijke positie

Gert-Jan Segers herinnert het publiek eraan dat Nederland in de top 5 staat van landen met de beste gezondheidszorg. Het belangrijkste probleem dat hij ziet, is dat onze mogelijkheden zo groot zijn geworden dat we een haast goddelijke positie hebben ten aanzien van leven en dood. We kunnen mensen eindeloos doorbehandelen en hen zo in leven houden. De kwaliteit van leven is daarbij soms wel heel laag. Wanneer besluit je om te stoppen? Dat is een afschuwelijk dilemma.

Solidaire polis bestaat niet

December is de maand waarin je op zoek kunt naar een nieuwe polis. Burgers worden flink aangemoedigd om te gaan ‘shoppen’. Marli Huijer vertelt dat ze, met dit debat in het achterhoofd, ook maar eens is gaan bellen met de diverse zorgverzekeraars. Ze begon bij de Ohra en stelde de vraag: is er een polis die past bij het idee dat je solidair wil zijn met de zwaksten in de samenleving?’ Volgens de Ohra-medewerker kon ze dan het best de duurste polis kiezen, maar, zei de medewerker er eerlijk bij: “U loopt het risico dat dat extra geld dan gewoon bij de Ohra terecht komt”.  CZ heeft een zorgpremie voor mensen die misschien zwanger willen worden, maar die is voor jongeren. Op de reactie van Huijer (60) dat zij ook wil meebetalen voor mensen die misschien zwanger willen worden, had de medewerker van CZ geen pasklaar antwoord. Ze kreeg het verzoek om haar vraag te mailen. Huijers conclusie: als je graag solidair wilt zijn op het gebied van de zorg, dan lukt dat niet goed.

Gert-Jan Segers vindt dat ze hiervoor niet de zorgverzekeraars had moeten bellen, maar de politieke fracties. Het gaat immers om een politieke keuze; de politiek formuleert een opdracht, en de zorgverzekeraars voeren die slechts uit. Hij zegt dat het zijn partij was die het eigen risico wilde bevriezen. Een hoger eigen risico past immers niet bij het idee van solidariteit. Huijer vindt het resultaat dat zijn partij heeft geboekt echter erg mager en lang niet solidair genoeg. “We worden benaderd als individuen die zo slim mogelijk gebruik moeten maken van de gezondheidsmiddelen. Dat leidt tot calculerende burgers.”

Segers vindt het wel meevallen en vergelijkt de Nederlandse situatie met die in de VS. Daar zijn de kosten veel hoger en is de solidariteit afwezig. Hij vindt dat we in Nederland een mooie mengvorm hebben.

Poortwachters

Uit het publiek komt de opmerking dat patiënten vaak eerder willen stoppen met een behandeling dan artsen. Het is niet altijd makkelijk om artsen daarvan te overtuigen. Segers oppert dat artsen opgeleid zouden moeten worden om ook dát gesprek met patiënten te voeren: over wat de patiënt met zijn of haar leven wil. Huijer antwoordt dat huisartsen al heel lang worden opgeleid om ‘poortwachter’ te zijn, om niet meteen door te verwijzen, maar mensen vaak gewoon naar huis te sturen met de boodschap om het eerst een paar weken aan te zien. Medisch specialisten zijn anders, die willen meteen aan de slag. Het zou goed zijn als ook zij leren om af en toe nee te zeggen.”

Individu vs. collectief

Iemand anders uit het publiek heeft het gevoel dat calculerende burgers worden gedemoniseerd. Huijer zegt dat het haar niet om de mensen gaat die dat doen, maar om het systeem: daar zit weinig solidariteit in. Het systeem wekt het op dat mensen allemaal als individu proberen om het onderste uit de kan te halen. Dat is overigens een ontwikkeling die in de hele maatschappij aan de gang is. “Heel veel jongeren zijn tegenwoordig zzp’er, en hebben de neiging om anderen te zien als concurrenten. Maar het is belangrijk om je te organiseren, dan bereik je veel meer. Ik maak me zorgen om de afwezigheid van een wij-gevoel.”

Qaly’s

Het is tijd voor een filmpje over qaly’s. Qaly staat voor ‘quality adjusted life year’: een extra levensjaar dat in goede gezondheid wordt doorgebracht. De qaly wordt gebruikt in een rekensom om de zin en effectiviteit van behandelingen te bepalen, met andere woorden: hoeveel gezondheid je ‘koopt’ met een behandeling. De grens voor wat we nog willen betalen, is in Nederland gesteld op 80.000 euro per qaly. Een medicijn dat meer kost, wordt dus in principe niet vergoed door de zorgverzekering.

Henk Steenhuis legt uit wat er in de praktijk dan meestal gebeurt: de minister gaat onderhandelen met de leverancier en sluit dan meestal alsnog een deal. Medicijnen kosten in het ene land soms veel meer dan in het andere. Dan is er in dat ene land dus niet zo goed onderhandeld.

Gezondheidswinst

Huijer vraagt zich af hoeveel extra gezondheidswinst we nog willen. De vooruitgang die we hebben geboekt na 1950 is een fractie van wat we in de eeuw daarvoor hebben bereikt. De groei van de zorgkosten is daarmee niet in verhouding. Ze kan zich voorstellen dat er ook andere manieren zijn om over gezondheid na te denken.

Marktmeester

Gert-Jan Segers: “De discussie over welke medicijnen we wel of niet vergoeden, kun je niet in het gezicht van één patiënt voeren. Dat dilemma kun je niemand aandoen. Het heeft ook geen zin om uit te gaan van ‘redelijkheid’ bij de farmaceutische bedrijven. Die drijven juist op dit soort dilemma’s.” Hij pleit daarom voor een marktmeester die in de gaten houdt of farmaceutische bedrijven eerlijke prijzen vragen voor hun medicijnen. Zo’n marktmeester zou op internationaal niveau moeten opereren.


Democratie in Debat

Het Politiek Café is onderdeel van Democratie in Debat, een debatreeks over de politieke actualiteit. Democratie in Debat is een samenwerkingsverband van ProDemos, Filmhuis Den Haag, het Montesquieu Instituut en Internationaal Perscentrum Nieuwspoort. Elke maand organiseren zij in politiek Den Haag het Actualiteitendebat, Film & Debat en het Politiek Café.