14 april 2015: over vrijheid van meningsuiting

Op 14 april 2015 stond de vrijheid van meningsuiting centraal in het Politiek Café. Hoe staat het op dit moment met de vrijheid van meningsuiting in Nederland? Betekent vrijheid van meningsuiting dat je alles maar mag zeggen? En moet je dat eigenlijk wel willen? Over deze vragen gingen Yoeri Albrecht, directeur van debatcentrum De Balie in Amsterdam, en Diederik Samsom, fractievoorzitter van de PvdA in de Tweede Kamer met elkaar en met de zaal in gesprek.

Carola Schouten, Tweede Kamerlid van de ChristenUnie, las een column voor waarin ze pleitte voor ‘bedachtzaam spreken’. Het debat werd geleid door Joost de Vries en Marcel Bamberg.

Yoeri Albrecht was niet optimistisch over de stand van zaken op dit moment als het gaat om de vrijheid van meningsuiting. Voor hem is die vrijheid de afgelopen tijd duidelijk afgenomen. Vrijheid van meningsuiting is niet langer een zaak tussen burger en overheid, maar ook steeds vaker tussen burgers onderling. Waarbij de een bepaalt wat de ander wel en niet mag zeggen en dat soms zelfs  met geweld effectief afdwingt.

Een veeg teken is ook dat er steeds meer beveiliging nodig is om te kunnen waarborgen dat mensen in het debat kunnen zeggen wat ze willen. Albrecht: “Onze beveiligers doen goede zaken de laatste tijd.” Maar gelukkig is het hier nog niet zo extreem als in Kopenhagen, waar de redactie van de krant Politiken inmiddels jaren na de cartoonrellen nog altijd zwaar beveiligd moet worden.

Zelfcensuur

De mogelijke effecten van wat je zegt, zijn medebepalend in hoe vrij je je voelt om iets te zeggen. Diederik Samsom geeft aan dat hij best veel zelfcensuur pleegt. “Je weet dat de impact van wat je zegt meteen uitvergroot ergens terechtkomt.” Dat het dan niet alleen gaat om wat je zegt, maar ook hoe je het zegt, ondervond hij onlangs aan den lijve, toen de Telegraaf drie pagina’s uittrok om te vertellen hoe Samsom ‘over de rooie was gegaan’. Dit soort incidenten leidt er voor Samsom toe dat hij altijd op zijn hoede is. Maar, geeft hij ook aan: “Het is niet per se erg om iets langer na te denken over wat je zegt.”

Ook Albrecht houdt rekening met zijn publieke imago. “Natuurlijk probeer ik mijn eigen mening wel zo goed mogelijk te geven, maar sommige dingen zijn wel gevaarlijk en onverstandig om te zeggen.” Voor hem heeft zelfcensuur echter ook zeker te maken met wellevendheid, met fatsoen en beleefdheid.

Grenzen stellen

In onze rechtsstaat is de vrijheid van meningsuiting één van de zaken die de overheid moet waarborgen. Een andere belangrijke taak voor de overheid is het garanderen van veiligheid in de samenleving, zo zet Samsom uiteen. Soms raken deze elkaar en moet hierin een balans gevonden worden. Wanneer het bijvoorbeeld gaat om een spreker met gevaarlijke ideeën die komt te staan voor een ontvankelijk publiek, levert dat volgens Samsom “een giftige cocktail” op. Het is dan aan de overheid om daar iets aan te doen, bijvoorbeeld door te verhinderen dat iemand ons land in komt. Albrecht vindt dat de overheid hierin dan wel duidelijk beleid moet ontwikkelen, en niet, zoals nu vaak gebeurt, ad hoc moet reageren. Daarbij pleit hij wel voor terughoudendheid: “Je wilt toch niet dat je ergens in het land a priori zegt dat een debat niet mag plaatsvinden?” Samsom vindt dat het debat wél moet plaatsvinden, maar dan in een meer gereguleerde omgeving, bijvoorbeeld op school.  Albrecht vindt dat veel gevraagd van de leraren: “Feit is dat veel leraren dat niet durven, uit angst in elkaar geslagen te worden.” Bovendien vindt Albrecht dat het debat openbaar gevoerd moet worden.

Gebruik woorden om het goede te vertellen

Carola Schouten las een column voor waarin zij een pleidooi hield voor bedachtzaam spreken. Zij vertelde over haar opa die maar een matige boer was, omdat hij liever boeken las. Toen zij eens mopperde over de regen, voegde hij haar toe: “Mopperen op het weer, is mopperen op de heer.” Van hem leerde ze het belang van taal en de waarde ervan. Het is goed om het debat scherp te voeren, maar dan wel op de ideeën en niet op de man. Ook bij Schouten kwam terug dat het niet alleen gaat om wat je zegt, maar ook om hoe je het zegt. “Woorden hebben waarde.”  Mensen lijken voortdurend de grenzen op te zoeken:  “Het gaat nu te veel over wat mag en te weinig over wat zou moeten.” Misschien mag het allemaal wel van de wet, maar je moet je ook afvragen of je dit wel wil. Ze sloot af met een wens: “Laten we woorden gebruiken om schoonheid te uiten, het goede te vertellen. Dat is échte vrijheid.”

Volgende Politiek Café

Het volgende Politiek Café is op dinsdag 12 mei en gaat over Integriteit in de politiek, met o.a. Frits Bolkestein en onderzoeksjournalist Marc Josten.