Kenmerken van een (representatieve) democratie

Wanneer kun je zeggen dat een land een democratie is? Hieronder geven we acht kenmerken:

  • Er is een volksvertegenwoordiging
    Een democratie heeft een volksvertegenwoordiging, die rechtstreeks door de bevolking wordt gekozen. Deze volksvertegenwoordiging heeft in elk land een andere naam: Tweede Kamer in Nederland, Nationale Vergadering in Frankrijk en Bondsdag in Duitsland. De Tweede Kamer vertegenwoordigt de bevolking, neemt wetten aan en controleert de regering. Daarnaast bestaat er dikwijls nog een kamer, een senaat, die doorgaans niet rechtstreeks door de bevolking wordt gekozen. In Nederland is dit de Eerste Kamer, die wordt gekozen door de Provinciale Staten. De senaat heeft meestal minder taken en bevoegdheden dan de rechtstreeks gekozen volksvertegenwoordiging. Beide kamers tezamen vormen het parlement. Door de rechtstreeks gekozen kamer wordt een regering gevormd. In een democratie heeft de kiezer dus invloed op de samenstelling van de regering.
  • Er zijn vrije, eerlijke en geheime verkiezingen
    Verkiezingen moeten aan een aantal eisen voldoen om ze democratisch te kunnen noemen. Zo moeten de verkiezingen vrij zijn: iedere burger met stemrecht moet vrij zijn keuze kunnen bepalen. En er moet natuurlijk iets te kiezen zijn: onafhankelijke groepen of partijen moeten met elkaar kunnen concurreren om de macht. Verkiezingen moeten ook geheim zijn. Als dat namelijk niet zo is, dan zou een kiezer op zijn stemgedrag kunnen worden aangesproken en dat zou zijn keuze kunnen beïnvloeden. Verder is het noodzakelijk dat verkiezingen eerlijk verlopen: er mag niet worden geknoeid met de uitslag van de verkiezingen, want dan vormt het parlement geen getrouwe weergave van de wil van de kiezers. En ten slotte moeten verkiezingen volgens een bepaalde regelmaat plaatsvinden, zodat kiezers hun mening over het werk van het parlement en de regering kunnen geven. Een ander aspect van democratische verkiezingen is natuurlijk het algemeen kiesrecht: er mogen geen groepen van de verkiezingen worden uitgesloten. Het recht van burgers om in vrijheid te kiezen is in een democratie verbonden met het recht van burgers om zich verkiesbaar te stellen.
  • Er is sprake van machtenscheiding
    Dat betekent dat er een scheiding is tussen de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht. Globaal gesproken bestaat de wetgevende macht uit het parlement, de uitvoerende macht uit de regering en de rechterlijke macht uit degenen die toezien op de naleving van wetten in een land. Deze scheiding moet er onder meer voor zorgen dat niet te veel macht terechtkomt in de handen van een kleine groep. Maar de grenzen tussen wetgevende en uitvoerende macht zijn dikwijls vloeiend: een regering bereidt wetgeving meestal voor, waarover het parlement vervolgens moet beslissen.
  • Er wordt gestreefd naar politieke gelijkheid voor iedereen
    In een democratie kan de ene mens niet als meerderwaardig of minderwaardig aan de ander worden beschouwd. Alle burgers moeten dezelfde rechten en plichten hebben. Ze moeten gelijkelijk door de overheid worden behandeld. Dit streven naar politieke gelijkheid betekent echter niet dat iedereen ook feitelijk gelijk is: in de maatschappij bestaan nu eenmaal grote verschillen tussen mensen en hun mogelijkheden om bijvoorbeeld politiek actief te zijn. Bepaalde structuren in de maatschappij staan het doel van gelijkheid soms in de weg. Maar in een democratie mag het niet zo zijn dat een bepaalde groep burgers van nature meer rechten of plichten heeft dan een andere groep.
  • Er is een grondwet
    Een grondwet, internationale verdragen en gewone wetten geven de samenleving vorm. Die wetten en verdragen moeten natuurlijk op democratische wijze via een parlement tot stand zijn gekomen. In een democratie is het van het grootste belang dat de wet ook wordt nageleefd, niet alleen door de burgers, maar ook door de overheid. Gebeurt dat niet, dan ontstaat willekeur, het recht van de sterkste. Een democratie is per definitie een rechtsstaat. Maar tegelijkertijd kan er ook een spanning bestaan tussen democratie en rechtsstaat. Democratisch genomen besluiten kunnen bijvoorbeeld indruisen tegen de principes van de rechtsstaat.
  • De vrijheid van burgers wordt beschermd
    Democratie en vrijheid zijn een soort eeneiige tweeling. Een van de vrijheden is de vrijheid van meningsuiting. Dat betekent niet dat je zomaar alles kunt zeggen. Om te bepalen wat wel en wat niet kan, is in een democratie een onafhankelijke rechterlijke macht nodig. Maar de rechter stelt geen algemene grenzen; als iemand zich beledigd voelt kan hij naar de rechter stappen om bijvoorbeeld schadevergoeding of rectificatie te eisen. En de regering kan een gerechtelijke procedure tegen iemand beginnen die zich bijvoorbeeld schuldig heeft gemaakt aan smaad of het zaaien van haat. Maar de bestuurders van een land mogen de vrijheid van meningsuiting op geen enkele wijze beperken. Doen ze dit wel, dan wordt de democratie geweld aangedaan.
  • Er is een maatschappelijk middenveld
    Het volk kiest zijn vertegenwoordigers, maar daarmee is het in een democratie niet gedaan. Het kloppend hart van een democratie is de civil society, het maatschappelijk middenveld van duizenden organisaties die los van de overheid functioneren. Deze zogenoemde non-gouvernementele organisaties (ngo’s) vormen zowel een link als een buffer tussen het volk en de overheid. Aan de ene kant zorgen zij voor belangenbehartiging, aan de andere kant beschermen zij de vrijheid van burgers tegen concentratie van macht in de handen van de regering. De belangengroepen zijn bijvoorbeeld vakbonden, natuur- en milieuorganisaties, patiëntenverenigingen, werkgeversverbanden enzovoort. Een grote rol van betekenis spelen ook de politieke partijen, die in de meeste landen relatief niet zo veel leden tellen, maar wel brede bevolkingsgroepen vertegenwoordigen.
  • Er zijn vrije media
    Politiek gaat voor een groot deel over beleid, en daarom moet iedereen gelijke mogelijkheden hebben om zich over politieke en maatschappelijke thema’s te informeren. Daarin spelen de media een voorname rol. Radio, televisie, krant, internet, zij verschaffen informatie en leveren een bijdrage aan het debat. Een democratie kan niet zonder vrije media. Maar de relatie tussen politiek en media is vaak ingewikkeld en bepaald niet vrij van conflicten: de politicus wil niet alles vertellen, terwijl de journalist wel alles wil horen.