Verslag college 3 – Josje den Ridder: over de ledenpartij en alternatieve partijvormen

Op 23 november werd alweer het derde college in de reeks ‘Hebben politieke partijen de toekomst’ gegeven. Dit keer door Josje den Ridder, wetenschappelijk medewerker van het Sociaal Cultureel Planbureau. Zij promoveerde met haar proefschrift ‘Schakels of obstakels’, over Nederlandse politieke partijen en de eensgezindheid, verdeeldheid en representativiteit van partijleden. Met haar heldere presentatie maakte ze het publiek bewust van de voor- en nadelen van de ledenpartij en de alternatieve partijvormen.

Den Ridder begon de avond met een kleine steekproef. “Zoals u weet is maar 2 procent van de Nederlanders partijlid. Ik ben lid, dus de kans dat iemand anders hier in de zaal partijlid is, is best klein.” Toch gaan meer dan de helft van de handen omhoog bij de vraag wie er partijlid of anderszins politiek actief is.

Een politieke partij is niet altijd een ledenpartij

Den Ridder begint met onderscheid tussen een politieke partij en een ledenpartij: “Een politieke partij stelt kandidaten beschikbaar voor de verkiezing van openbare functies. Een ledenpartij is een partij die er naar streeft burgers formeel lid te maken.”

Een partijlid betaalt contributie en heeft formeel zeggenschap in de partij. Den Ridder: “De meeste partijleden zijn, niet vervelend bedoeld, grijze mannen. Een partij hoeft niet altijd te bestaan uit deze formele leden. De PVV is bijvoorbeeld een vereniging zonder leden.”

Aantal partijleden daalt

Nederland ziet een forse daling van partijleden. “Dat roept de vraag op: is de ledenpartij achterhaald? Voor sommigen is dit niet eens meer een vraag maar eerder gewoon een conclusie.”

Een van de oorzaken van de daling is functieverlies van de leden. Partijleden waren eerst actief in de regio of in het hele land om kiezers te bereiken. Nu kan de kern van een partij kiezers prima zelf benaderen via de massamedia. Waar zijn leden dan nog voor? Ze fungeren nog wel als reservoir van potentiele politici. Het is de ideale doorstroommogelijkheid: van partijlid naar politieke kandidaat.

De meeste partijen worden ongeveer voor de helft gefinancierd door contributiegeld. Politieke partijen ontvangen wel subsidie, maar wat de politieke motor echt doet draaien is contributiegeld. Mede hierdoor bestaan de ledenpartijen nog.

‘Elke partijvorm heeft gevolgen voor de werking van de democratie’

De terugloop in ledenaantal heeft ook te maken met nieuwe behoeftes. We leven in een tijd waarin de burger een mening heeft en deze graag deelt. Deze mening wordt alleen niet via de politiek gedeeld, omdat de politiek niet altijd genoeg vertrouwd wordt. Als een partij niet geheel bij de ideologie van een individu aansluit zijn mensen tegenwoordig minder snel geneigd zich aan een partij te verbinden, in tegenstelling tot de tijd van de verzuiling.

Kort samengevat is Den Ridders conclusie op de vraag ‘Is de ledenpartij achterhaald?’ als volgt:

  • Partijleden zijn niet noodzakelijk, maar nog steeds waardevol
  • Veel partijen zien de waarde van leden in
  • De ledenpartij is in Nederland het meest gangbare model

Maar de behoefte aan partijlidmaatschap bij burgers lijkt af te nemen:

  • minder vaak lid van traditionele organisaties zoals partijen
  • lidmaatschap is niet meer voor altijd
  • electorale beweeglijkheid versus langjarig partijlidmaatschap

Als Nederlanders geen lid meer willen worden van politieke partijen, dan is de ledenpartij in de nabije toekomst achterhaald. Maar er zijn alternatieven.

Alternatieve partijvormen

Grafiek-met-verschillende-partijvormen-Josje-den-Ridder
  1. Multi-speed partij:in deze vorm mogen zowel leden als niet-leden meepraten en –stemmen.
  2. Open kaderpartij: de kandidaten hebben het voor het zeggen en de kiezers mogen meepraten.
  3. Gesloten kaderpartij: de kandidaten vormen de partij en maken de beslissingen.
  4. Netwerkpartij: een netwerkpartij kent een leider, maar die nodigt de kiezers wel uit om mee te praten. Een voorbeeld hiervan is de Italiaanse politicus Beppe Grillo.
  5. Business-firm partij: hier heeft één persoon, de partijleider, het voor het zeggen. Er zijn geen partijleden met invloed, wel vrijwilligers.

NB: De termen multi-speedpartij en business-firmpartij worden als zodanig in literatuur over dit onderwerp gebruikt, de andere namen voor partijvormen en hun definities zijn losjes gebaseerd op de literatuur over de verschijningsvormen van politieke partijen.

Maar: alternatieve partijmodellen brengen ook hun eigen vragen met zich mee:

  • Hoe bereik je zonder leden toch dat mensen participeren?
  • Hoe stabiel zijn deze alternatieve partijvormen op de langere termijn?
  • Is het een probleem als partijen niet op alle politieke niveaus (landelijk, provinciaal en lokaal) vertegenwoordigd zijn?
  • Hoe kun je je partij financieren zonder leden?

Den Ridder: “Net als de ledenpartij hebben de alternatieven ook allemaal hun eigen voor- en nadelen. De partijvorm die je kiest, heeft altijd gevolgen voor de manier waarop de democratie werkt.”

Slides college

Download de slides van het college.

Volgende college: Paul Lucardie

Op maandag 30 november bekijken we met Paul Lucardie, onderzoeker van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen, hoe een democratie zonder politieke partijen zou kunnen functioneren.