7 maart 2017: over de vorm van onze democratie
Het Politiek Café van 7 maart ging over wat er met je stem gebeurt na de verkiezingen. Kiezers stemmen minimaal eens per vier jaar, maar wat doen volksvertegenwoordigers met die stem? Luisteren politici daarna niet meer naar wat de kiezers willen? Hierover spraken Bert Blase (woordvoerder Code Oranje) en Beryl Dreijer (tweede plaats op de kandidatenlijst van GeenPeil).
De ideale democratie
Er wordt veel gediscussieerd over de verhouding tussen politici en kiezers en over de huidige vorm van de democratie. Moet er iets veranderd worden om inwoners meer invloed te kunnen laten uitoefenen? De eerste vraag die aan de sprekers gesteld wordt is hoe hun ideale democratie eruit ziet. Bert Blase vindt al vijfentwintig jaar lang dat de politiek te veel in zichzelf gekeerd is, dat heeft ons verstard. De samenleving wil steeds meer invloed uitoefenen, dus in zijn ideale democratie is ons systeem daarop aangepast. Beryl Dreijer denkt dat de huidige besturen te weinig gebruikmaken van collectieve kennis. In haar ideale democratie heeft iedereen een stem.
Verschillende vormen van democratie, maar geen ‘casinopolitiek’
Uit de actualiteitenquiz waarmee de avond geopend wordt, blijkt dat 75-80% van de aanwezigen voor de Tweede Kamerverkiezingen naar de stembus gaat. Dat is relatief veel: is er wel echt iets aan de hand met de democratie? Volgens Blase zegt het stempercentage weinig over de betrokkenheid van inwoners, want mensen willen ook op andere manieren invloed uitoefenen. Er zijn meer meer vormen van democratie bedrijven en die moeten allemaal tot hun recht komen.
Veel mensen weten niet hóe ze invloed uit kunnen oefenen, stelt Dreijer, en dat is een probleem. Een belangrijk middel om iedereen bij de democratie te betrekken hebben we volgens GeenPeil gekregen door de opkomst van ICT en sociale media. Bij de stemmen die mensen op die manier kunnen geven, moet er altijd van tevoren genoeg informatie verstrekt worden, benadrukt Dreijer. Want het mag niet uitlopen op een soort ‘casinopolitiek’ zoals in Californië het geval was, waar kiezers vaak pas in het stemhokje geconfronteerd worden stellingen.
Blase vindt het voorstel van GeenPeil een interessant experiment. Een mogelijk nadeel dat hij voorziet, is dat de Kamerleden van GeenPeil op deze manier niets eigens toevoegen.
Stemmen op thema’s en lokale oplossingen
Wat ons nekt is dat we veel te individualistisch geworden zijn, reageert een aanwezige in het publiek. Hij suggereert dat eigenlijk iedereen lid zou moeten zijn van een kerk, sportclub of politieke partij, om bij een groep te horen. Helaas lopen veel van deze instellingen juist leeg.
Dat komt volgens Blase doordat mensen het niet langer helemaal eens zijn met een bepaald clubje, maar slechts deels. Waar mensen zich in de vorige eeuw nog volledig in een bepaalde politieke partij konden vinden, willen mensen zich nu kunnen uitspreken over losse thema’s. Dreijer beaamt dit: ook GeenPeil wil dat mensen bijvoorbeeld over het onderwijs op D66 kunnen stemmen, over het onderwerp immigratie op de VVD en over het onderwerp zorg op de SP.
Bovendien hoeft niet alles in de politieke arena te belanden, zegt Blase. Vaak vallen problemen ook buiten de (landelijke) politiek goed op te lossen. Soms bedenken inwoners al op een heel lokaal niveau oplossingen. Zo hebben bewoners in Vlaardingen een buurtwhatsapp waarin ze problemen in de buurt aanpakken. Hoewel het opkomstpercentage voor de gemeenteraad in Vlaardingen heel laag was, zijn de bewoners zelf op deze manier actief.
Haagse Zeepkist
Elk Politiek Café draagt een politicus een column voor in het kader van de Haagse Zeepkist. Dit keer: Mahir Alkaya, beleidsmedewerker bij het Ministerie van Economische Zaken en commissielid voor de SP in Amsterdam Nieuw-West.
In zijn column praat Alkaya over de onmacht van onzichtbare instanties die aan de knoppen zitten. Een voorbeeld dat hij noemt is een winkel in Amsterdam. De huur van het pand wordt opeens verdrievoudigd, omdat onzichtbare investeerders hun oog op het pand hebben laten vallen. Hoewel de zaak goed loopt, wordt de huur nu onbetaalbaar. De eigenaar is boos, maar op wie? De mensen die hiervoor gezorgd hebben, zijn niet te achterhalen. Als er is misgaat in een bedrijf, is het nu vaak niet meer duidelijk bij wie de schuld ligt. Veel bedrijven worden gedreven door onzichtbare financierders.
Zo zijn meer mensen boos, maar ze weten niet meer op wie. Hun boosheid komt daarom te liggen bij ‘de politiek’ of ‘het systeem’. Daar moet verandering in komen, volgens Alkaya. Hij is de politiek ingegaan op juist de mensen met een naam en met een gezicht te verdedigen tegen mensen (of bedrijven) zonder naam en zonder gezicht. Nu doet hij dat in de gemeente Amsterdam, maar hij is ook nummer 16 op de kandidatenlijst van de SP. Volgens de huidige peilingen wordt het heel spannend of hij dat na de Tweede Kamerverkiezingen op 15 maart ook op landelijk niveau kan gaan doen.
Vertrouwen
Volgens Dreijer moeten we vooral de kiezer meer vertrouwen. We hebben misschien een beeld van de kiezer die met zijn portemonnee stemt, maar uit kiezersonderzoek blijkt volgens haar dat kiezers een soort altruïstische wezens zijn die stemmen naar hun visie voor de samenleving en rekening houden met minderheden.
De avond sluit af met een positieve vraag: Wat is er goed aan onze democratie, waar mogen we trots op zijn? Volgens Beryl Dreijer is dat de vrijheid van meningsuiting. Bert Blase vindt dat we mogen koesteren dat het monopolie van geweld bij de rechtsstaat ligt. Hierdoor breekt er in Nederland nooit zomaar een burgeroorlog uit en kunnen we ons veilig voelen. De sprekers van deze avond zijn dus voor vernieuwingen in de democratie, maar koesteren ook zeker de verworvenheden die we nu in onze democratie hebben.