Verslag college 1 ‘Democratie en burgerschap’ door Tom van der Meer: democratische waarden
In de collegereeks ‘Democratie en burgerschap’, georganiseerd door ProDemos en de Universiteit van Amsterdam, kijken we naar de huidige stand van zaken rondom burgerschapsonderwijs. Hoe staat het met de steun voor democratische waarden onder jongeren? Staan deze waarden onder druk? En welke rol spelen het Nederlandse onderwijssysteem, het burgerschapsonderwijs en ontwikkelingen binnen het vak maatschappijleer hierin? Op deze vragen en meer zoeken we in deze collegereeks een antwoord.
Het eerste college uit de reeks vond plaats op maandag 12 november 2018. Het verslag van deze avond staat hieronder. Je kunt het college ook als podcast terugluisteren via de website van TXTRadio. Zie ook prodemos.nl/burgerschap.
Verslag college 1: Democratische waarden onder druk?
Tom van der Meer geeft het eerste college in deze deze collegereeks. Bekijk alle sheets van dit college in pdf.
Van der Meer is professor Politicologie aan de Universiteit van Amsterdam en codirecteur van het Nationaal Kiezersonderzoek (NKO) en Lokaal Kiezersonderzoek (LKO). In dit college kijkt Van der Meer kritisch naar de claim dat democratische waarden onder druk staan in Nederland. Welke bewijs is er voor deze stelling? Welke kernwaarden zijn eigenlijk noodzakelijk voor een democratie?
Steun voor democratische waarden
Van der Meer opent zijn betoog met de vraag waar ons denken over democratische waarden vandaan komt en hoe het wordt beïnvloed. Uit onderzoek en in publicaties worden conclusies getrokken dat ‘de democratie’ in gevaar is. De steun voor democratische waarden zou in Nederland tanende zijn bij millennials. Dergelijke berichten, benadrukt Van der Meer, hebben invloed op het denken over democratie.
Van der Meer trekt deze berichten in twijfel. Hij laat zien dat onderzoek in Nederland (SCP, NKO) aantoont dat de steun voor democratie in Nederland een van de hoogste in de wereld is. Ook is er nauwelijks verschil tussen ouderen en jongeren in de steun die zij aangeven te hebben voor democratische waarden.
De echte vragen die we moeten beantwoorden, zegt Van der Meer, zijn daarom:
- Wat zijn democratische waarden?
- Staan ze onder druk?
- En zo ja, waarom staan ze onder druk?
Hoe blijft een samenleving bij elkaar?
Er zijn twee klassieke theorieën op de filosofische vraag hoe een samenleving bij elkaar kan blijven.
De eerste is de opvatting van Jean-Jacques Rousseau dat een religie, een gezamenlijk gedeelde overtuiging, de bevolking samenbindt.
De tweede theorie komt van Alexis De Tocqueville, die in de 19e eeuw in de VS een cultuur van burgerschap als bindende factor zag van de samenleving aldaar. Hierin leren mensen dat ze elkaar nodig hebben om maatschappelijke problemen op te lossen. Na de Wereldoorlogen kwam het denken over deze vraag halverwege de 20e eeuw weer centraal te staan. Hoe kon ‘de staat’ zo instorten? Waar was het burgerschap?
Politieke cultuur
Men begon meer en meer te beseffen dat niet alleen het ontwerp van instituties goed moet zijn, er moeten ook goede mensen werkzaam zijn om die instituties te leiden. Naast formele democratische instituties is het dus nodig om een politieke cultuur te cultiveren, waarin de gewone burgers de normen en waarden van de democratie onderschrijven.
Maar het onderschrijven van democratische waarden, hoe doe je dat? Op welke manier moeten burgers zich verhouden tot de staat? Ook dit onderwerp leidt nog altijd tot veel discussie. Kortweg zijn er, zo legt Van der Meer uit, twee opvattingen over de relatie die burgers met de staat hebben:
- Het politieke dier. Wetenschappers in deze stroming geloven dat hoe actiever burgers zijn, hoe beter dat is voor de democratie
- De burgernachtwaker. In deze stroming geloven wetenschappers dat burgers niet altijd actief hoeven te zijn. Zij geven hun vertrouwen aan gekozen vertegenwoordigers, die namens hen actief zijn. Wel kunnen burgers actief ingrijpen, bijvoorbeeld door verkiezingen en referenda.
Politieke elites en democratische waarden
Er is nog een andere groep die invloed heeft op het denken over democratische waarden, namelijk de politieke elites. Hun opvatting van democratie en de waarden die daar bij komen kijken, kunnen erg leidend zijn.
In landen waar geen evenredige vertegenwoordiging is, maar een kiesstelsel met slechts enkele grote partijen, zie je de invloed van politieke elites op het begrip van democratie veranderen. Je ziet dit aan maatregelen die regeringen nemen en aan de manier waarop er over de democratische rechtsstaat gesproken wordt.
Kijk bijvoorbeeld naar Hongarije, Turkije of de Verenigde Staten. De machthebbers zijn daar democratische gekozen, maar nemen vervolgens maatregelen die de rechtsstaat aantasten en ze minder goedkeuring van de bevolking nodig hebben. Dit noemen we democratische normvervaging onder politieke elites
Welke democratie?
In Nederland is de steun voor democratische waarden groot: 95% van de mensen geeft aan democratie beter te vinden dan welke andere vorm van besturen dan ook. Daarnaast vindt 80% het heel belangrijk om in een democratie te leven.
Maar, wat voor democratie vinden we belangrijk? Dat fluctueert ook hier. In de jaren ‘70 vond ongeveer 60% van de bevolking een sterke leider een goed idee. Tot aan het eind van de eeuw daalde die steun, om vanaf 2000 weer toe te nemen. Sinds 2005 is de steun voor een sterke leider weer aan het afnemen.
En als men kan kiezen tussen een representatieve democratie, een directe democratie, een technocratie of een systeem met loting kiest 75% in Nederland voor de representatieve democratie (blijkt uit NKO).
Europees onderzoek
In 2012 vond een groot Europees onderzoek plaats naar de steun voor democratische waarden. Uit dit onderzoek komt naar voren dat die steun in alle landen vrijwel gelijk is.
Rond de 90% van de respondenten in alle landen geeft aan dat ze het voor een democratie heel belangrijk vinden dat:
– Verkiezingen vrij en eerlijk zijn;
– Er sprake is van gelijke behandeling door de rechtbank;
– De rechten van minderheden beschermd worden;
– Media betrouwbare informatie over de regering geven.
De steun voor democratisch waarden is dus in heel Europa hoog. Maar op de vraag hoe mensen vinden dat het in de praktijk in hun eigen land gaat met deze waarden, worden lagere scores geboekt, vooral in de zuidelijke en oostelijke Europese landen.
Na dit Europese onderzoek is er onder de Nederlandse deelnemers hieraan een uitsplitsing gemaakt naar opleidingsniveau. Daaruit komt een relevant verschil tussen hoog- en laagopgeleiden naar voren. Waar bij hoogopgeleiden de waardering voor bovengenoemde democratische waarden boven de 90% is, is dat bij laagopgeleiden tussen de 70% en 80%. Er is voor de democratische rechtsstaat in Nederland een wereld te winnen als dus juist iets aan de waardering van democratische waarden van lager opgeleiden zou kunnen worden gedaan. Interessant hierbij is dat er vrijwel geen onderscheid is tussen verschillende politieke voorkeuren als het gaat om steun voor democratische waarden.
Conclusie
De belangrijkste conclusies uit het college van Tom van der Meer zijn:
- De steun voor het principe van de democratie is bijzonder hoog. Er is geen aanwijzing voor dalende steun.
- De vertegenwoordigende democratie staat centraal in de Nederlandse politieke cultuur, ook onder mensen die een sterke leider willen.
- Vrije en eerlijke verkiezingen, goed bestuur en onafhankelijke rechters zijn centrale elementen voor burgers.
- Verschillen tussen generaties zijn verwaarloosbaar. Wel zijn er serieuze verschillen tussen opleidingsgroepen.
Waar nog een gat in onze kennis zit, is op het gebied van botsende waarden. Hoe maken burgers daarin een afweging, welke vinden waarden vinden ze belangrijker dan anderen? Andere vragen die in dit college niet zijn beantwoord, maar wellicht wel in de volgende colleges aan de orde kunnen komen, gaan over democratische socialisatie, het ontwikkelen van begrip van en steun voor democratische waarden. Hoe verloopt deze socialisatie bij jongeren en nieuwkomers? En wat zijn de wortels van ongelijkheid in democratische socialisatie?
Alle colleges in deze reeks
- College 1 (12 november 2018) door Thomas van der Meer, professor Politicologie aan de Universiteit van Amsterdam en codirecteur van het Nationaal Kiezersonderzoek (NKO) en Lokaal Kiezersonderzoek (LKO). Over de claim dat democratische waarden onder druk staan in Nederland. Welke bewijs is er voor deze stelling? Welke kernwaarden zijn eigenlijk noodzakelijk voor een democratie?
- College 2 (19 november 2018) door Herman van de Werfhorst, professor in de sociologie aan de Universiteit van Amsterdam.
- College 3 (26 november 2018) door Ellen Claes (KU Leuven) over het school- en klasklimaat. Hoe belangrijk is een open discussieklimaat voor het burgerschapsonderwijs? Ook zijn Heleen Cousijn en Vivianne Goedhart van Diversion en Hessel Nieuwelink (onderzoeker en lerarenopleider maatschappijleer) te gast om te praten over het bespreekbaar maken van controversiële onderwerpen in de klas.
- College 4 (10 december 2018) door hoogleraar Onderwijskunde Geert ten Dam. Wat weten we eigenlijk van de burgerschapscompetenties van jongeren? Hoe kan het onderwijs daaraan bijdragen, nu en in de toekomst?
Bekijk de hoofdpagina van deze collegereeks
Zie ook prodemos.nl/burgerschap