Verslagen Docentendag 2025

Op vrijdag 11 april vond de 43ste editie van de Docentendag Maatschappijleer plaats. In totaal namen circa 420 docenten deel aan verschillende workshops, lezingen en excursies. Enkele van onze medewerkers waren hierbij aanwezig en hebben een kort verslag geschreven. Deze kun je hieronder lezen. We kijken terug op een zeer geslaagd evenement en willen alle deelnemers, standhouders en sprekers bedanken voor hun komst.
Voorafgaand aan de Docentendag vond de Docentenavond op donderdag 10 april plaats in perscentrum Nieuwspoort waar 110 docenten aanwezig waren.
Tot de volgende editie!
Hoofdlezing prof. dr. Claes de Vreese (Docentenavond)
Klik hier om het verslag van de lezing van Claes de Vreese te lezen
Hoofdlezing prof. dr. Rob de Wijk
Klik hier om het verslag van de lezing van Rob de Wijk te lezen
Lezingen
Grondrechten en rechtsstaat
Prof. dr. Ingrid Leijten
Er is de laatste tijd in de politiek en media, maar ook in de klas, veel te doen over grondrechten en de rechtsstaat. Maar hoe communiceren we in de maatschappij eigenlijk over de rechtsstaat? Prof. dr. Leijten LLM MA is hoogleraar Constitutioneel Recht aan Tilburg University en vindt dat we in gesprekken over de rechtsstaat een te beperkte definitie hanteren over wat de rechtsstaat eigenlijk is. Wat Leijten vooral opvalt is dat de rechtstaat en de democratie als twee losse begrippen worden beschouwd en dat deze in het debat te veel uit elkaar worden getrokken. Ze stelt dat de democratie niet uit de rechtsstaat gehaald kan worden, terwijl dit in de praktijk wel vaak gedaan wordt. Zo blijken veel jonge Nederlanders het niet erg te vinden om het formele wetgevingsproces te ontwijken wanneer er volgens hen ‘echt wat gedaan moet worden’ en als de meeste mensen dat toch willen.
Volgens Leijten begint en eindigt de rechtsstaat niet bij de rechter, maar juist bij de politiek. Het is aan het parlement om niet alleen de belangen van de achterban te verdedigen, maar ook om een plek van deliberatie te zijn. We hebben een oude grondwet, uit 1814/1815, en daarmee dus één van de oudste ter wereld. Maar we hebben ook een ruime grondwet. Leijten pleit er daarom voor om anders over de rechtsstaat te gaan praten, niet alleen in de politiek, maar ook in de klas. We zouden de rechtsstaat moeten zien als een huis, waarin de grondrechten de kamers zijn. Hoe die kamers zijn gemaakt is niet als enige van belang, maar ook wie die kamers bewoont. Welke personen allemaal aanwezig zijn en wie zich dus mengen in het debat. We moeten de kamers met zijn alle goed onderhouden en waarborgen dat iedereen er zich thuis voelt. Representatie in de politiek en in de klas is dus intrinsiek verbonden aan grondrechten.
Waarom AI publiek moet worden gemaakt
Prof. dr. mr. Marc Schuilenburg
Tegenwoordig zijn er toiletpotten verkrijgbaar die met sensoren onze ontlasting kunnen analyseren en daarna een risico op diverse aandoeningen kunnen voorspellen. Zouden we die in ons kleinste kamertje willen hebben? Dit was één van de voorbeelden die hoogleraar Marc Schuilenburg te berde bracht om uit te leggen hoe snel de ontwikkelingen in AI gaan, maar vooral om te laten zien wat de mogelijkheden en bedreigingen zijn.
In Nederland hebben 1,2 miljoen huishoudens een deurbel met een camera erin. Erg makkelijk en bovendien veilig. Toch zijn er vraagtekens: mag er permanent gefilmd worden in de openbare ruimte? Mag je gezichtsherkenning toevoegen en van wie is de data? In Amerika zijn de deurbellen gekoppeld aan 4000 politiekorpsen die permanent kunnen meekijken met de camera’s. Etnisch profileren en privacy zijn slechts voorbeelden van de moeilijkheden die daarmee gepaard gaan.
Schuilenburg nam de deelnemers mee in de ontwikkelingen en de moeilijkheden van AI. AI wordt voorgesteld als knuffelig: ‘cloud, cookies, airdrop en ambient’ zijn prachtige, bijna schattige reclametermen om producten mee te verkopen. De WRR noemt AI tegenwoordig een systeemtechnologie: een technologie waar de samenleving al niet meer zonder kan. Zoals elke systeemtechnologie is AI een gift, maar ook een gif.
Hoe gaan opsporingsdiensten hiermee om? Als hoogleraar Digital Surveillance kan Schuilenburg daar een goed oordeel over vellen. De criminaliteitscijfers dalen sinds de millenniumwisseling op alle gebieden. De grote uitzonderingen zijn cyber- en AI-criminaliteit. Tegelijk gebruikt de politie steeds AI-toepassingen om criminaliteit te voorkomen en te bestrijden. Hoe houden we dit alles in de hand?
De stelling van Schuilenburg: In plaats van achteraf te oordelen of een AI-toepassing inbreuk heeft gemaakt op wet- en regelgeving kan deze technologie ook zo worden ontwikkeld dat in de ontwerp- en ontwikkelfase al rekening wordt gehouden met publieke waarden als non-discriminatie en het recht op privacy. Achterliggend idee hierbij is dat technologie geen neutraal middel is en dat vanaf het begin over wenselijke en onwenselijke effecten van technologie moet worden nagedacht. Evalueer dus regelmatig over de vraag of AI zin heeft en doelmatig is. Laat niet alleen de techneuten met AI hun gang gaan, maar betrek ook filosofie, ethiek, klimaatwetenschappers en ervaringsdeskundigen aan de voorkant ervan
Jongeren, emotie en politiek: Het ontstaan van identiteit in een polariserende wereld
Dr. Bert Bakker
Dr. Bert Bakker leidde zijn lezing in met de vraag of de democratie op instorten staat en of jongeren hier anders tegenaan kijken dan de rest van de bevolking. Volgens Bakker laat de media een beeld zien dat we ons zorgen moeten maken over jongeren. Echter, is dat wel terecht? Bakker ging tijdens de lezing in op twee delen: eerst op de oorzaken, gevolgen en verschillen van polarisatie en daarna op het onderwerp ‘democratische jongeren’.
Wat is eigenlijk polarisatie? Volgens Bakker zijn er twee soorten polarisatie; affectieve polarisatie en ideologische polarisatie. Als eerste nam Bakker de groep mee in de vraag in welke mate affectieve polarisatie verschilt gedurende de adolescentie. Hij vertelde dat affectieve polarisatie stabiel is tussen 16- en 21-jarigen. De tweede vraag, of er verschil is tussen het niveau van affectieve polarisatie tussen adolescenten en volwassenen, beantwoordde Bakker met dat jongeren minder affectief polariseren dan volwassenen. Echter, de affectieve polarisatie is hoog gedurende verkiezingen bij zowel jongeren als volwassenen, maar neemt naarmate de tijd vordert af. Wat betreft ideologische polarisatie ziet Bakker wel een verschil tussen jongeren en volwassenen en dan met name binnen gender. Afsluitend vertelde Bakker meer over wat de gevolgen en consequenties zijn van polarisatie, waarbij hij tot de uitkomst kwam dat mensen vooral zoeken naar verbinding en een gemeenschappelijke basis.
Concluderend gaf Bakker aan dat de rol van affectieve polarisatie aandacht nodig heeft, al is dit complex. Maar het alarmisme over jongeren, polarisatie en antidemocratie is misplaatst.
Verkenning van een dekoloniserende vakdidactiek maatschappijleer
Arthur Pormes
Aan de hand van zijn eigen familiegeschiedenis verkent Arthur Pormes in deze lezing hoe je met het koloniaal verleden om kunt gaan in je lessen. Bij de start geeft hij nadrukkelijk aan dat het een gevoelig onderwerp voor mensen kan zijn. Het mag in lessituaties niet onveilig worden, maar het kan wel grensverleggend werken door een brave space te creëren. Docenten in de zaal delen ook hun zoektocht op dit punt.
Naast nationale ontwikkelingen stipt Pormes de wereldpolitiek aan en de uitwisseling tussen beide. Met concrete voorbeelden uit de literatuur, wetenschap en het onderwijs laat Pormes zien dat dit thema nog steeds speelt in onze huidige maatschappij. Zo kwamen we te spreken over het recentelijk schrappen van specifieke woorden in Amerika. Pormes roept op om niet alleen bij maatschappijleer, maar ook bij geschiedenis, talen en CKV aandacht voor kolonialisme te hebben. Hij stelt dat musea verder zijn in dit proces dan het onderwijs. Daarom daagt hij de aanwezige leraren uit om leerlingen kritisch na te laten denken over thema’s als de morele superioriteit van Europa en geeft hij tips mee om als docent op je eigen positionering te reflecteren. Dat maakt zijn persoonlijke verhaal heel bruikbaar.
Misschien een pijnlijke boodschap dat kolonialisme doorwerkt in onze moderne samenleving en dat ons nationale zelfbeeld niet altijd correct is, maar dit besef kan er wel voor zorgen dat je het onderwerp bewuster benadert in je volgende lessen. Als je de ongelijkheid erkent en aanpakt, wordt je onderwijs daar rechtvaardiger van.
Staat de democratie onder druk?
Dr. Quita Muis & dr. Inge Sieben
Quita Muis en Inge Sieben kwamen vanuit de Universiteit Tilburg spreken over polarisatie en democratische waarden. Sieben opende de lezing en gaf aan dat voor hun onderzoek de ‘European Values Study’ is gebruikt. Binnen de wetenschap is er geen eenduidig antwoord op wat waarden nou precies zijn. Echter, voor dit onderzoek wordt simpelweg “wat vinden mensen belangrijk” als definitie gebruikt. De European Values Study wordt elke negen jaar afgenomen, dit omdat mensen niet zo snel van waarden veranderen. De verandering zit hem in het ontstaan van nieuwe waarden door de jongere generatie en het verdwijnen van waarden wegens overlijden van de oudere generatie. De gegevens van de European Values Study zijn online beschikbaar en er is ook een Atlas of European Values aanwezig. Ook worden de gegevens gebruikt om lesmateriaal te maken voor het onderwijs.
Muis vervolgde de lezing met haar onderzoek naar polarisatie. In het publieke debat wordt het gevoel gecreëerd dat er een sterke polarisatie is, maar de cijfers laten een ander beeld zien. Volgens Muis is er geen toename te zien in verschillen tussen waarden. Daarbij gaf Muis aan dat conflict an sich niet een probleem hoeft te zijn. Sterker, polarisatie is goed. Het is een illusie om te denken dat consensus nodig is. Er hangen echter wel een aantal voorwaarden aan.
Toen volgde er een klein interactief moment om de verwachtingen te peilen en deelnemers met elkaar in gesprek te laten gaan.
Workshops
Conceptkerndoelen burgerschap: hoe nu verder?
Luuk Kampman en Maaike Oberink (SLO)
SLO werkt vanuit een opdracht van OCW aan het actualiseren van het landelijk curriculum, waarbij ook de opdracht is gegeven voor het ontwikkelen van conceptkerndoelen burgerschap. De huidige kerndoelen bleken in algemene zin te abstract geformuleerd, waardoor er behoefte is ontstaan aan meer concrete en richtinggevende doelen. Voor burgerschap zijn deze in eerste instantie in maart 2024 opgeleverd. Op basis van feedbackrondes tijdens een fase van beproeven met scholen en experts heeft SLO deze conceptkerndoelen daarna aangescherpt. In samenspraak met OCW en Inspectie wordt de bijgestelde versie naar verwachting in juli definitief gemaakt.
De inhoud van de nieuwe conceptkerndoelen is ingedeeld in vier hoofdthema’s: democratische basiswaarden, respectvol omgaan met diversiteit, democratische betrokkenheid en maatschappelijke betrokkenheid.
Tijdens de workshop gingen deelnemers van de Docentendag actief in gesprek over deze vier thema’s. Er werd gediscussieerd over de betekenis van deze begrippen in de praktijk, hoe ze op een zinvolle manier kunnen worden geïntegreerd in het onderwijs en hoe ze verband zouden kunnen houden met maatschappijleer.
Van Theorie naar Praktijk – Kwalificatie-eisen burgerschap in het mbo
Wouter van der Horst (adviseur Expertisepunt Burgerschap), Jaap van Gils (Beleidsmedewerker Burgerschap, Techniek College Rotterdam) en Marlies Houtbraken (Grafisch Lyceum Utrecht)
Wouter van der Horst, Jaap van Gils (beide vanuit de MBO raad) en Marlies Houtbraken (Grafisch Lyceum Utrecht) gaven vandaag maar liefst twee keer een workshop over de nieuwste ontwikkelingen rondom de kwalificatie-eisen voor burgerschap in het mbo.
Nu de dimensies opnieuw worden vormgegeven en er zelfs een instellingsexamen komt, zitten de docenten natuurlijk met vragen. Allereerst werd er een overzicht gegeven van het proces van de totstandkoming van de nieuwe eisen, waarna er een voorbeeld volgde van de toepassing ervan. Houtbraken heeft samen met haar studenten een website gebouwd, die overigens toegankelijk is voor andere docenten, waarin de nieuwe eisen zijn omgevormd tot lesmateriaal. De vier nieuwe dimensies zijn ‘individu en groepen’, ‘maatschappijvisies en vraagstukken’, ‘verschil en gelijkwaardigheid’ en ‘macht en besluitvorming’. “Overlappen deze nieuwe thema’s niet te veel met elkaar?”, is een vraag die klinkt uit de zaal. “Jawel”, antwoordt Houtbraken, “maar dat is nou eenmaal hoe het in de samenleving ook zit, alles heeft invloed op elkaar.”
De kwalificatie-eisen geven, wellicht paradoxaal, ook een vorm van vrijheid aan de docenten. Ze kunnen zelf hun burgerschapsonderwijs zo ontwikkelen dat het past bij de studenten, terwijl de eisen zorgen voor behoud van kwaliteit. “Maar je hoeft het niet allemaal zelf te doen”, zegt Van der Horst. Er is hulp van het Expertisecentrum Burgerschap en adviseurs en voorlichting waar docenten gebruik van kunnen maken.
Van der Horst eindigt met wat voorbeelden uit het advies, zoals: “Bespreek spanningen, laat zien hoe studenten zelf kunnen handelen, neem ervaringen mee, en erken de positie van studenten in de samenleving. Samen kunnen we ervoor zorgen dat burgerschap meer wordt dan ‘enkel een opdrachtje’ en bereiden we studenten voor om actieve burgers in de samenleving te worden”.
Maak maatschappelijke thema’s bespreekbaar met film
Karlijn Limaheluw (Movies that Matter)
Movies that Matter, de naam verraadt al veel over de workshop! Karlijn Limaheluw vertelde hoe Movies that Matter probeert de docent in de klas te ondersteunen in maatschappelijke thema’s bespreekbaar maken met film. Films worden bijvoorbeeld aangeboden in de eigen online databank, waar ze makkelijk op thema en lengte gefilterd kunnen worden. Ook organiseren ze educatieve filmvertoningen in de bioscoop voor schoolklassen.
Eigenlijk draait het hierbij niet alleen om het kijken van de film, maar vooral om het bespreken. Movies that Matter selecteert films en documentaires gericht op mensenrechten en maatschappelijke thema’s. De ervaring van Limaheluw en de aanwezige docenten leert dat een film een onderwerp veel dichterbij kan laten komen, waarmee het de leerlingen echt raakt. Maar hoe doe je dat nou goed?
Onder andere door de leerlingen zelf betrokken te maken bij het kiezen van een film voor in de klas. Een docent gaf Adolescence als voorbeeld, een populaire serie op Netflix. Docenten en ouders zien de serie als ingrijpend en relevant, haar leerlingen vonden het saai. Door leerlingen mee te laten beslissen over de films en thema’s zullen ze het ook sneller relevant vinden. Movies that Matter biedt educatievertoningen in de bioscoop aan, waar onder leiding van een professioneel moderator er dieper op de thema’s wordt ingegaan. Docenten zien in het ervaren van een film in de bioscoop ook een toegevoegde waarde. De tijd en aandacht nemen om te reflecteren op de film is van belang, vandaar dat er in de database van Movies that Matter ook online lessen te vinden zijn bij de getipte films.
Klimaatverandering als integraal onderdeel van de maatschappijvakken
Tim Immerzeel en Laura van Diermen (Klimaatwijzer)
De woorden ‘klimaat’ en ‘duurzaamheid’ komen bijna niet voor in de examenprogramma’s van de maatschappijvakken. Klimaatverandering kan worden gezien als een onderwerp dat vooral wordt besproken bij vakken zoals aardrijkskunde. Maar Tim Immerzeel en Laura Diermen pleiten, vanuit de Universiteit Utrecht, voor een rol voor klimaat binnen de maatschappijvakken. Het is volgens hen namelijk geen technisch vraagstuk, maar juist een sociaal en politiek vraagstuk.
Immerzeel en Diermen besproken hoe klimaatverandering invloed heeft op de toekomst van de jongeren, en dat jongeren aangeven dat ze graag verandering willen zien. Bij de presentatie benoemden ze verschillende mogelijkheden om het onderwerp op een laagdrempelige in de maatschappijvakken toe te voegen. Bij het onderwerp ‘democratie’ kan bijvoorbeeld het bespreken van een klimaatburgerberaad nuttig zijn of hoe klimaatverandering sociale ongelijkheid laat zien.
Klimaatwijzer maakt kant-en-klaar lesmateriaal voor docenten om zo de drempel te verlagen voor docenten om het onderwerp te integreren in hun curriculum. In het laatste deel van de workshop werd dan ook aandacht besteed aan het oefenen van een les omtrent de verschillende visies op de relatie tussen mens en natuur. Hiervoor werd de denkwijze van Matthijs Schouten gebruikt, een interessante manier om de klas aan het denken te zetten en een discussie te starten over de manier waarop naar de wereld gekeken wordt. Kortom, het was een leerzame workshop waarbij handvaten werden gegeven voor inspirerende lessen.
Ervaar zelf hoe leerlingen een klimaatconferentie naspelen
Marco Veldman en Sylvia Roos (Seneca Burgerschap & CCNV Harderwijk)
Hoe breng je klimaatproblematiek en internationale politiek tot leven in je klas? Marco Veldman en Sylvia Roos, twee enthousiaste vakdocenten, lieten in hun workshop zien hoe je leerlingen midden in een realistische klimaattop plaatst. Met hun VN-simulatie maken leerlingen lastige keuzes, verdedigen ze soms een standpunt waar ze zelf niet achter staan, en leren ze hoe ingewikkeld onderhandelingen tussen landen kunnen zijn.
In de simulatie vertegenwoordigen leerlingen een land in een klimaatconferentie. Landen met tegenstrijdige belangen botsen, zoeken allianties en proberen een akkoord te sluiten. Het doel? Inzicht krijgen in internationale samenwerking én de frustraties ervan. Tijdens het onderhandelen ontwikkelen leerlingen bovendien basisvaardigheden zoals presenteren, argumenteren en samenwerken.
Drie tips van Marco en Sylvia voor een geslaagde VN-simulatie in je klas:
- Geef leerlingen een rol die schuurt. Laat ze juist een land vertegenwoordigen met een tegengesteld belang aan hun eigen overtuiging. Dit daagt ze uit om verder te denken dan hun eigen bubbel en traint hun empathisch vermogen.
- Ken je leerlingen goed. Deel ze bewust in, bijvoorbeeld door in elk groepje een leerling te zetten die goed kan presenteren, één die goed kan notuleren, en één die goed is in het leggen van verbanden. Zo benut je ieders kracht.
- Focus op het proces, niet de uitkomst. De waarde zit in het onderhandelingsproces. Zelfs als er geen akkoord komt, hebben leerlingen veel geleerd over hoe moeizaam diplomatie kan verlopen.
Een leuke extra toevoeging in de werkvorm is het geheime puntensysteem. Leerlingen kunnen tijdens de simulatie, zonder dat anderen het weten, extra punten verdienen met geheime opdrachten. Aan het einde van de sessie wordt op basis van die punten een winnaar uitgeroepen. Dit zorgt voor extra betrokkenheid, spanning en motivatie om actief mee te doen tot het einde.
Terrorisme, politiek geweld en disruptieve momenten: hoe bespreek je ze in het klaslokaal?
Maxine Herinx en Mila Bammens (TerInfo, Universiteit Utrecht)
Terinfo maakt onderwerpen die mondiaal of lokaal iets teweegbrengen in Nederlandse klassen bespreekbaar. Alle deelnemers aan deze workshop gaven aan heftige onderwerpen in hun lokaal besproken te hebben. Opvallend was dat aan alle tafels dezelfde onderwerpen naar voren kwamen: Israël-Palestina, de komst van een AZC in de buurt, Zwarte Piet, Andrew Tate en gendervraagstukken. Sommige thema’s worden te controversieel bevonden terwijl docenten andere onderwerpen mijden vanwege hun eigen handelingsverlegenheid, de samenstelling in de klas of omdat ze kennis missen (bijvoorbeeld als het vraagstuk vakoverstijgend is). Ook zijn docenten soms bang om in een hokje ingedeeld te worden op het moment dat ze iets willen duiden of nuanceren.
De aanwezige docenten slaagden er redelijk snel in met elkaar te definiëren wanneer een thema controversieel is: het roept emoties op in de klas, het is actueel, er is geen goed of fout én het wordt door leerlingen gezien als bedreigend voor hun identiteit. Docenten vonden deze uitwisseling met elkaar heel nuttig en vonden bevestiging bij elkaar. Maxine Herinx en Mila Bammens drukten de docenten op het hart om dergelijke onderwerpen vooral te bespreken met klassen, temeer omdat jongeren veel over deze onderwerpen meekrijgen via sociale media.
Door na te denken hoe jij jezelf als docent wilt opstellen, kun je ook bewuste keuzes maken in (de voorbereiding van) de les. Zo is een ‘koud’ onderwerp makkelijker om te behandelen dan een ‘heet’ onderwerp met bijkomende emoties. In dat laatste geval moet je eerst de emoties reguleren eer je aan het curriculum en behalen van leerdoelen kunt denken. Naast de theorie hoe je dergelijke gesprekken kunt aanvliegen, werd er tijdens de workshop ook met elkaar gekeken wat de voor- en nadelen zijn van het delen van je eigen mening. Enerzijds kan het tot herkenning bij leerlingen leiden en aanmoedigen om hun mening te geven. Anderzijds kun je zo leerlingen (onbedoeld) beïnvloeden en zelf onderwerp van het gesprek worden. Mocht je beslissen om je mening te delen, is het in ieder geval zaak duidelijk te maken dat het een mening betreft.
‘Help, ik heb nieuwe lesideeën nodig!’
Lieve Heijsters, Jos van Heijningen en Thomas Klijnstra
Download presentatie Thomas Klijnstra
Download presentatie Lieve Heijsters
“Om iets moeilijks te leren, kies je niet de moeilijkste werkvorm.” Maar welke lesideeën zijn er dan? In deze praktische workshop lieten drie sprekers zien welke handvatten en inspirerende lesvormen er zijn om het redeneren over sociaal-maatschappelijke onderwerpen in het klaslokaal aan te wakkeren.
Het eerste onderdeel draaide om het concept sociaalwetenschappelijk redeneren. Aan de hand van het platform expertisecentrum-maatschappijwetenschappen.nl, presenteerde Thomas Klijnstra verschillende hulpmiddelen voor docenten om de redeneringsvaardigheden bij leerlingen te kunnen ontwikkelen. Denk aan rubrieken voor praktische opdrachten, werkvormen en kennisclips. Dit materiaal biedt niet alleen handvatten voor lesontwerp, maar ook inspiratie voor verdieping. De deelnemers bevestigden de noodzaak voor de uitwisseling van lesmaterialen en er was groot animo om dergelijke middelen beschikbaarder te maken en centraler te organiseren.
Jos van Heijningen liet vervolgens zien hoe je de vakinhoudelijke materie rondom causale verbanden inzichtelijker kan maken door het gebruik van een toegankelijke casus – in zijn lesmateriaal stond de sportieve crisis bij Ajax centraal. Vervolgens gingen de deelnemers zelf aan de slag met het in beeld brengen van verschillende oorzaken. Door het opstellen van causale schema’s kregen de deelnemers inzicht in hoe ze leerlingen kunnen leren verbanden te categoriseren. Ondanks dat niet iedereen groot voetbalfan was, bleek de Ajax-casus een verrassende en toegankelijke opstap naar grotere maatschappelijke vraagstukken.
Tot slot bracht Lieve Heijsters een vleugje magie met een lesvoorbeeld over het belang van de democratische rechtsstaat aan de hand van Harry Potter. Fantasiegroepen, herkenbare personages en scènes vol waardendilemma’s maken het verhaal van Harry Potter bij uitstek een geschikte opening voor gesprekken over vrijheid en verantwoordelijkheid. In deze lesvorm worden leerlingen uitgedaagd tot zowel interne als externe dialoog – opdrachten waarmee de workshop deelnemers zelf ook aan de slag gingen door het behandelen van tekstfragmenten uit de boekenserie in verschillende creatieve (gespreks)vormen.
Gezamenlijk leverden de presentaties niet alleen ideeën op, maar ook directe handvatten om gelijk in de klas toe te passen. Kortom, de deelnemers verlieten de workshop met een goedgevuld lestasje!
Democratie, rechtsstaat en… mensenrechten!
Frauke de Kort (College voor de Rechten van de Mens)
Frauke de Kort van het College voor de Rechten van de Mens behandelde in haar workshop de vraag ‘Wat zijn mensenrechten en in welke verhouding staan ze tot de democratische rechtsstaat?’.
Bijna iedereen kent het begrip mensenrechten, maar weinigen weten echt wat deze inhouden. En helaas bestaan er ook nog veel misverstanden over. Ook bij docenten. En dat terwijl ze onlosmakelijk met de democratische rechtsstaat verbonden zijn die meestal wel volop aan bod komt.
In groepjes vergeleken deelnemers rechten in de Grondwet met rechten in verschillende mensenrechteninstrumenten, zoals het VN-Kinderrechtenverdrag. Daarna keken ze welke mensenrechten nodig zijn voor een functionerende democratie en rechtsstaat. Uit de gesprekken kwamen al snel belangrijke mensenrechtenprincipes naar boven, zoals gelijkwaardigheid, en de onderlinge samenhang van rechten. Frauke gebruikte de conclusies van het rapport van de Staatscommissie Rechtsstaat ‘De belofte van de rechtsstaat’ om deze samenhang te illustreren.
- Democratische kant: invloed van burgers op overheidsmacht
- Beschermende kant: bescherming tegen overheidsmacht en gelijke toegang tot het recht
- Voorwaardenscheppende kant: voorwaarden om mee te doen = voorwaarden om je mensenrechten te realiseren
Frauke concludeerde dat de driehoek democratie, rechtsstaat en mensenrechten samen het fundament vormen voor een rechtvaardige maatschappij waarin elk individu zichzelf kan zijn en zich kan ontwikkelen. Ze sloot de workshop af met de volgende kenniselementen:
- Mensenrechten zijn juridisch bindend, en dus niet vrijblijvend. De rechter kan dit toetsen, ook in Nederland.
- De staat die mensenrechtenverdragen heeft geratificeerd heeft de plicht de mensenrechten van eenieder te respecteren, te beschermen, te ondersteunen en te vervullen.
- Iedereen heeft mensenrechten, omdat die mens is. Daar zitten geen voorwaarden aan vast; ze zijn inherent aan het menszijn.
- Mensenrechten zijn universeel: ze gelden altijd, overal en voor iedereen.
- Ze zijn ondeelbaar (geen hiërarchie), van elkaar afhankelijk en ze hangen met elkaar samen. Dit betekent ook dat wanneer twee rechten ‘botsen’ dit geen zero-sum game is, maar een plicht om beide rechten of de rechten van beide ‘partijen’ zo goed mogelijk te beschermen.
- Slechts enkele mensenrechten zijn absoluut (zoals verbod op slavernij en geen straf zonder wet). De meeste zijn relatief, maar wel onder strikte voorwaarden.
- Je kunt o.a. terecht bij nationale rechters, het Europese Hof van de Rechten van de Mens en verschillende VN-comités wanneer je mensenrechten zijn geschonden. Maar ook bij de Nationale Ombudsman. Verder ziet het College voor de Rechten van de Mens als onafhankelijk mensenrechteninstituut ook toe op de naleving van mensenrechten in Nederland.
Tijdens de workshop deelden docenten hoe zij een mensenrechtenkader kunnen gebruiken om dilemma’s en controversiële onderwerpen met leerlingen en studenten te bespreken. Meer informatie is te vinden op www.rechtvaardig.nl.
Korte socratische dialoog
Rudolf Kampers
Hoe ga je van een debat over gevoelige onderwerpen naar een dialoog? Bij deze workshop bespraken we hoe we grote antwoorden op grote vragen kunnen geven door naar concrete ervaringen te kijken. Rudolf Kampers nam ons mee in het vormgeven van zo’n dialoog, om docenten te leren hoe ze gevoelige onderwerpen kort met leerlingen in de klas kunnen bespreken.
We begonnen met het formuleren van een geschikte startvraag. Dat werd: “Wat is de waarde van vakmanschap?”. Deze vraag sloot bij veel docenten aan. Zowel op het vo als mbo hebben zij te maken met leerlingen en studenten die een lage eigenwaarde hebben als het gaat om hun kunnen. Na het formuleren van de vraag bespraken we de spelregels. Deze zijn nodig aangezien de dialoog voor leerlingen ook vooral een oefening is in luisteren. Vervolgens werden er ervaringen gedeeld over concrete ervaringen met vakmanschap. De ene docent vertelde over een ervaring met een tuin die door een hovenier was opgeknapt. Het had flink wat geld gekost, maar daartegenover stonden kwaliteit, snelheid en een stuk minder zorgen. Een andere docent vertelde over een leerling die zich op school altijd dom voelde, terwijl diegene op de stageplek liet zien dat vakmanschap waardevol is en uiteindelijk zelfs een 10 kreeg voor de stage.
De conclusie: het uitspreken van vertrouwen en waardering voor vakmanschap hielp, maar ook het wijzen op het feit dat vakmanschap een steeds schaarser goed is, waardoor juist theoretisch opgeleide mensen voor veel werk afhankelijk worden van mensen die zich in eerste instantie minderwaardig of zelfs dom voelen.
De workshop werd afgesloten met de opdracht om een spandoek te maken waaruit bleek hoe belangrijk het waarderen van vakmanschap is. Daar kwam onder andere de tekst “Zonder vakmanschap zijn we fucked!” uit.
Nu is het aan de docenten om met de opgedane ervaring leerlingen ook zo te inspireren en door concrete ervaringen samen tot antwoorden op grote vragen te komen.
Het nieuwe maatschappijleer: flink anders maar toch herkenbaar?
Luuk Kampman (SLO) Han Noordink (SLO) en Lars van der Bruggen (lid Vakvernieuwingscommissie Maatschappijleer)
Tijdens deze workshop van SLO en de vakvernieuwingscommissie maatschappijleer, gegeven door Luuk Kampman, Han Noordink en Lars van der Bruggen, ging het over de nieuwe concept eindtermen voor maatschappijleer. De belangrijkste doelen van het vak blijven hetzelfde: politieke en maatschappelijke geletterdheid, oordeelsvermogen en vermogen tot participatie.
Wat nieuw is dat er nu meer aandacht komt voor burgerschap en digitale geletterdheid en ervaringsdoelen door het sociaal, politiek en rechtvaardig handelen van leerlingen een plek te geven. Het nieuwe maatschappijleer sluit aan op de (concept)kerndoelen van burgerschap.
In het conceptraamwerk dienen de domeinen ‘vaardigheden’ en ‘democratische waarden en grondrechten’ als een onderlegger om de kennisdoelen goed te ondersteunen. Naast het sociale en politieke domein wordt in domein E door dilemma’s gekeken naar de weerbarstigheid van de samenleving.
Tijdens de workshop was er ruimte om in gesprek te gaan over wat in de praktijk met de nieuwe eindtermen kan worden gedaan en konden de docenten aangeven wat in het nieuwe programma al dan niet als relevant en bruikbaar werd ervaren. Ook werden tips en ideeën met elkaar besproken om in het eigen onderwijs toe te passen.
Toekomstdenken en doen
Rudolf Kampers
Hoe kan je met leerlingen een gesprek voeren over de toekomst op een manier die aanzet tot actie? In deze workshop met Rudolf Kampers stond deze vraag centraal en gingen docenten met elkaar in gesprek volgens de methode ‘Toekomstdenken’. Bij deze methode wordt een visie voor de toekomst geschetst in 7 stappen. Om bij leerlingen hoop voor de toekomst te kweken, moeten ze namelijk eerst nadenken over hoe zij zouden willen dat de toekomst eruitziet.
Allereerst moest er een thema worden gekozen. De zaal vol docenten kwam uit op een visie voor het onderwijs van de toekomst. Docenten werden vervolgens aangemoedigd om na te denken over belangrijke waarden die voor hen golden als het ging over onderwijs, omdat die bepalend zijn voor ons denken.
Bij de volgende stap ging iedereen in groepjes aan de slag om te onderzoeken hoe de huidige trends eruitzien binnen het onderwijs, waarbij onderscheid werd gemaakt tussen trends in bijvoorbeeld de samenleving, politiek of technologie. Hier kwamen trends uit naar voren als het lerarentekort, AI, diversiteit en particulier onderwijs. Hieruit werden enige trends op macroniveau duidelijk, waaronder individualisering en technologisering.
De macrotrends helpen om een visie voor de toekomst te schetsen. Hiervoor werd een scenariosjabloon voor het onderwijs geschetst met twee assen. Met op de assen ‘individualisering’ en ‘technologisering’ kwam men uit op vier scenario’s, met allemaal een eigen naam. Zo kreeg het geïndividualiseerde analoge scenario het “Hunger Games”-label, en het collectivistisch-technologisch het label “Second Life”. De laatste vraag was nu welk scenario het meest in de lijn der verwachting lag, en welke het meest wenselijk was. Aangezien de antwoorden op deze vragen niet hetzelfde bleek te zijn, was de volgende vraag: hoe kunnen we het waarschijnlijke scenario naar het wenselijke ombuigen?
Ondanks dat in de korte tijd van deze workshop niet alle stappen doorlopen konden worden, is er helder gemaakt voor docenten hoe ze deze methode in de klas kunnen toepassen samen met hun leerlingen.
Wat zou jij beslissen?
Jerry Jansen (Nederlands Veteranen Instituut)
“Stel je voor: je zit geblindeerd in een zwembad, zonder zicht, zonder richting. Je weet niet waar boven of beneden is, en toch moet je blijven bewegen. Vertrouwen, doorzettingsvermogen en kalmte zijn je enige houvast.”
Jerry Jansen, veteraan en spreker namens het Nederlands Veteranen Instituut, gaf een indrukwekkende inkijk in de wereld achter het uniform. Hij vertelde openhartig over zijn diensttijd in Afghanistan, met een uitrusting van zo’n 21 kilo op zijn rug. Geen film, geen game, maar realiteit. Zijn verhaal maakte diepe indruk.
Naast zijn persoonlijke verhaal stond de workshop in het teken van de dilemma’s waar militairen in missiegebieden zoals Afghanistan mee geconfronteerd worden. Wanneer help je een stam of dorp in nood, en wanneer houd je vast aan de oorspronkelijke missie? Zulke vragen vormen de morele spanningsvelden waar militairen mee te maken krijgen. De deelnemers werden tijdens de workshop uitgedaagd om zelf over deze dilemma’s na te denken, wat zorgde voor waardevolle gesprekken en reflectie.
De workshop ging niet alleen over missies, maar vooral over voorbereiding. Wie zich wil aansluiten bij de krijgsmacht, of dat nu het Korps Commandotroepen of de marine is, moet een loodzware opleiding doorstaan. Geen standaard testjes maar extreme omstandigheden waarin je wordt geconfronteerd met je grenzen, fysiek én mentaal. Denk aan oefeningen waarbij je wordt opgesloten in kleine ruimtes of je oriënteringsvermogen volledig verliest onder water. Het zijn trainingen die vragen om discipline, samenwerking en een ijzersterke mindset.
Maar waarom al die moeite? Omdat vrijheid niet vanzelfsprekend is. Jansen benadrukte hoe belangrijk het is dat jongeren zich blijven inzetten voor vrede en veiligheid of dat nu bij Defensie is of op andere manieren. Het was een eerbetoon aan alle mannen en vrouwen die zich dagelijks inzetten voor onze veiligheid, vaak ver van huis.
De workshop eindigde met een moment van bezinning. Vrijheid is kwetsbaar. En het is dankzij mensen als Jansen en zijn collega’s, onze veteranen, dat wij kunnen leven zoals we dat nu doen. Zelf een veteraan in de klas? Bekijk het educatieve programma Veteraan in de Klas – Nederlands Veteraneninstituut.
Raadkamerspel, hoe beoordeelt de Hoge Raad een zaak?
Corinne Dalebout en Reindert Kuiper (Hoge Raad der Nederlanden)
Hoe ga je te werk als raadsheer bij de Hoge Raad als je moet oordelen over een zaak die voorkomt? Raadsheren Corinne Dalebout en Reindert Kuiper van de Strafkamer kwamen al deze vragen beantwoorden.
Het enthousiasme zat er goed in en dit groeide alleen nog maar meer toen Kuiper erachter kwam dat iedereen zich vrijwillig voor deze workshop had ingeschreven. Dit was ook zeker te merken, want de docenten waren voorbereid gekomen met allemaal vragen. “Kan een rechter ontslagen worden door de Hoge Raad?”. “Ja dat kan”, antwoordt Dalebout, “maar dat gebeurt eigenlijk zelden”.
Als raadsheren bij de Hoge Raad, houden Dalebout en Kuiper zich niet bezig met nieuwe feiten in de zaak, maar of het recht op de juiste manier is toegepast. Daarnaast dragen hun uitspraken ook bij aan de rechtsontwikkeling. Tijdens de workshop kregen wij de kans om in hun schoenen te staan. Door een casus te bespreken in het Raadkamerspel. De casus ging over een demonstrant die olie over de trappen van Shell had gegooid en daarvoor een voorwaardelijke boete van 350 euro kreeg. “Helemaal naar de Hoge Raad voor een boete van 350 euro, is dat nou nodig?”, vroeg één van de deelnemers zich af. “Soms denk ik dat soort dingen ook”, geeft Kuiper toe. “Maar de discussie hier gaat niet over die 350 euro, maar over de vrijheid om te demonstreren en de beperkingen van deze vrijheid.”
Er is dus duidelijk een wisselwerking tussen de Hoge Raad en het maatschappelijk debat. Je draagt als raadsheren de verantwoordelijkheid om het recht op de juiste manier toe te passen, maar ook om de vrijheden te waarborgen.
En de uitkomst van het Raadkamerspel? Het was geen makkelijke beslissing, maar de uitspraak van het hof wordt niet vernietigd en de (voorwaardelijke) boete blijft dus staan. Namens de verdachte is inmiddels een klacht ingediend bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens.
Leerlingen aan het denken zetten bij maatschappijvakken
Flemming van de Graaf & Lennart Schra
Flemming van de Graaf en Lennart Schra pleiten voor het laten nadenken van leerlingen. Eigenlijk zijn maatschappijleraren daar vaak te weinig mee bezig. De twee vragen die dus moesten worden beantwoord waren:
- Hoe laat je leerlingen nadenken?
- Welke dingen kun je volgende week in de les inzetten?
Een tipje van de sluier: leerlingen hebben tijd en veel pogingen nodig voordat ze echt goed aan de slag gaan en gaan nadenken.
Een aantal concrete opties:
- Bij ‘Denkstellingen’ gaan leerlingen kort zelfstandig nadenken over een stelling. Bijvoorbeeld: “Referenda horen meer bij links dan bij rechts”. Daarna steken ze hun duimen omhoog of omlaag. Nu begint het echte denkwerk voor de leerlingen. Laat ze overleggen over wie er gelijk of ongelijk heeft en waarom, of laat leerlingen aan het woord om hun duim te verklaren.
- ‘Wisborden’ laten groepjes samenwerken om dieper in een concept te duiken. Maak groepjes door leerlingen willekeurig te nummeren en zo groepjes van drie te maken. Elk groepje heeft een wisbord, een stift en een wisser. Eén leerling schrijft, de ander wist uit wat het groepje uit wil wissen en de derde leerling in het groepje geeft input, samen met de wisser. De schrijver mag niets zeggen, maar schrijft alleen op wat de andere leerlingen hem vertellen. Wil de schrijver toch iets zeggen, dan geeft hij de stift door aan de ander.
Aan het eind van de workshop ging de groep zelf aan de slag met het verzinnen van leuke, korte werkvormen. Eentje sprong er wat originaliteit betreft erg uit: de Blame Game. Je vertelt een verhaal, bijvoorbeeld over de dood van een kind in een sweatshop in Bangladesh. Vervolgens geef je een aantal mogelijke verantwoordelijken, bijvoorbeeld: ouders, regering Bangladesh, kledingwinkel en tussenhandelaar. Daarna geef je een aantal leerlingen een bordje met deze zes actoren en laat je de klas deze actoren op volgorde van verantwoordelijkheid rangschikken.
Conclusie: docenten vergeten af en toe leerlingen écht te laten nadenken en daar is een wereld te winnen. Kennis is namelijk hetgeen wat overblijft na het nadenken.
Dialoog+, structureel aandacht voor dialoog in de klas
Yaël Weening
Controversiële onderwerpen bespreken in de klas is niet eenvoudig. Het kan schuren, emoties oproepen en tot spanningen leiden. Toch is juist in die gesprekken het klaslokaal een oefenplaats voor de democratie. Tijdens de workshop van Yaël Weening werd duidelijk hoe belangrijk het is om een veilige en open ruimte te creëren, waarin zowel docent als leerling zich kan ontwikkelen.
Uit onderzoek blijkt dat veel docenten zich onbekwaam voelen om zulke gesprekken te voeren, terwijl leerlingen juist behoefte hebben aan ruimte om hun mening te vormen en uit te spreken. De dialoog stokt vaak, doordat leerlingen gespreksvaardigheden missen of moeite hebben zich in een ander te verplaatsen. Een veilig klasklimaat lijkt soms aanwezig, maar blijkt in de praktijk kwetsbaar. Toch willen leerlingen het gesprek wél aangaan – mits het gesprek gestructureerd verloopt en ze vertrouwen kunnen opbouwen. De rol van de docent is daarin cruciaal: uitnodigen, begrenzen, en vooral ook zelf oefenen.
De workshop bood praktische handvatten. Docenten werden aangemoedigd om binnen het docententeam het gesprek aan te gaan, samen met leerlingen gespreksregels op te stellen, en persoonlijke leerdoelen te formuleren. Ken je leerlingen, weet wat er speelt, en kies werkvormen die passen bij de groep én bij jezelf. Daarnaast is het essentieel deze gesprekken en werkvormen langzaam op te bouwen om leerlingen succeservaringen mee te geven en de hele groep te betrekken – ook bij de moeilijke gesprekken.
Neutraliteit bleek een belangrijk thema: is het wenselijk of zelfs mogelijk? Door te oefenen met open en onbevooroordeelde vragen leerden deelnemers hoe je ruimte biedt zonder je eigen mening op te dringen.
De belangrijkste les? Moeilijke gesprekken vragen om moed en aandacht – maar zijn juist de moeite waard. Alleen dan wordt het klaslokaal écht een oefenplek voor democratisch burgerschap.
Democratie en jij
Roald Bakker, Lily Prollius en Noelle Beerepoot (Anne Frank Stichting)
De Anne Frank Stichting werd vertegenwoordigd door drie enthousiaste medewerkers. Ze deelden nieuw materiaal waarbij ze grondrechten en ervaringen uit het verleden verbinden met de eigen leefwereld van jongeren.
Als eerst werd een poster gedeeld met als titel ‘Democratie of dictatuur: waar wil jij wonen?’. Door vragen te beantwoorden volg je een stroomschema waarbij de voor- en nadelen van beide vormen worden aangegeven. Uit de poster bleek dat democratie als bestuursvorm toch echt de voorkeur heeft als je een eigen mening wil kunnen hebben.
Daarna werden grondrechtenkaartjes uitgedeeld. Door de kaartjes te rangschikken naar welke deelnemers het belangrijkst vonden, ontstonden goede discussies. Op de achterkant van de kaartjes stonden de consequenties van het inperken van dat betreffende grondrecht. In de ronde waar deze consequenties werden besproken, gingen de grondrechten nog meer leven en drongen ze de eigen leefwereld binnen. Want ‘een techbedrijf houdt alles bij wat je op sociale media doet en kan dit tegen je gebruiken’, kwam meer binnen bij de deelnemers dan ‘het recht op privacy’.
In de laatste ronde werd de werkvorm ‘Een heel gewone dag’ gedeeld. Het begint met het opschrijven van een dag uit het leven van de deelnemers, inclusief aandacht voor type vervoer, het hebben van huisdieren en sociale mediagebruik. Vervolgens verplaatsten we ons naar 1940. De anti-Joodse maatregelen werden in een tijdlijn vanaf 1940 gedeeld. In de loop van de jaren zag je steeds meer onderdelen uit je dagelijkse leven verdwijnen. Maatregelen uit 1941: Joden mogen geen huisdieren hebben. Joden mogen geen telefoon gebruiken. Maatregel uit 1943: Alle scholen worden gesloten voor joodse kinderen.
Het was confronterend om te ervaren hoe je eigen leven steeds meer verliest aan inhoud en contacten. Je wordt onzichtbaar gemaakt. Het is extra schrijnend om te zien en weten dat deze ontwikkelingen in het heden herkenbaar zijn. Het onzichtbaar maken van een groep personen begint meestal met een op het oog kleine inperking van de vrijheid.
Informatiesessie over asiel en migratie vanuit het perspectief van de IND
Immigratie- en naturalisatiedienst
Asiel en migratie is één van de meest politiek actuele onderwerpen waar (maatschappijleer-)docenten mee te maken krijgen in de klas. De IND (Immigratie- en naturalisatiedienst) geeft voorlichtingen in de klas over deze onderwerpen en tijdens de Docentendag konden docenten praktische vragen waar hun leerlingen mee komen zelf beantwoord krijgen.
Vanuit de IND (Immigratie- en naturalisatiedienst) waren er 4 medewerkers om meer te vertellen over de bril waarmee de IND naar asielaanvragen kijkt. De medewerkers van de IND gaven uitleg over de route die aanvragers (het woord dat binnen de IND gebruikt wordt voor asielzoekers) afleggen wanneer ze een aanmelding doen om asiel aan te vragen. Van aanmelding naar algemene asielprocedure tot beslissing.
Na de presentatie van de IND hadden de docenten veel vragen over de procedure en ook hoe de medewerkers van de IND omgingen met het beeld over asiel en migratie in de media. Wat volgens de IND vooral van belang is om te weten, wanneer je zelf voor de klas dit onderwerp bespreekt, zijn de cijfers over migratie. Wist je bijvoorbeeld dat van alle immigranten die naar Nederland komen slechts 33.160 mensen zijn die asiel aanvragen? Van die aanvragen wordt er door de IND maar 58% ingewilligd. Dat betekent dat van alle succesvolle migraties naar Nederland maar 8% asielzoekers zijn.
Verder hadden docenten vragen over inburgeringsplicht, hoe het werkt wanneer mensen in met een asielaanvraag misdaden hebben gepleegd en welke bronnen de IND allemaal gebruikt bij het beoordelen van een asielaanvraag. Een leerzame workshop, waar veel vragen beantwoord werden.
Excursies
Politieke redactie NOS
Jorn Jonker (politiek verslaggever)
Het bezoek aan de politieke redactie van de NOS is zoals elk jaar een populair onderdeel op de Docentendag. Bij aankomst werden we ontvangen door Jorn Jonker, politiek verslaggever bij de NOS. Met veel enthousiasme begeleidde hij ons door de redactie, waar we begroet werden door redacteuren en een aantal bekende gezichten. Jorn vertelde ons over zijn dagelijkse werkzaamheden: hoe hij precies aan nieuws komt en waar hij de informatie vandaan haalt, hoe zijn verhouding met de politieke verslaggevers van de andere nieuwszenders en kranten is en hoe hij samenwerkt met de editors om een mooi item in te leveren.
Daarna was het tijd om de redactie met de studio’s te bekijken. In de regieruimte, die volzat met knopjes, tijdscodes en beelden, pasten we allemaal maar net. Daarna liepen we door naar de studio waar Arjan Noorlander en Xander van der Wulp vaak te zien zijn of waren. Dit is ook de studio waar de premier over een aantal uur geïnterviewd ging worden voor het wekelijkse ‘Gesprek met de minister-president’, want het was immers vrijdag en de ministerraad was net geweest. We zagen hoe de studio tijdens dat gesprek gebruikt wordt. Zo was er met tape aangegeven waar de verslaggevers en premier dan precies komen te staan tijdens een opname.
Vervolgens liepen we door naar de radiostudio waar we wederom weer net allemaal pasten. Hier vielen we met de neus in de boter, want de opnames van de podcast Vullings en De Rooy waren net aan de gang. Mede door Jorn was het een onvergetelijk kijkje achter het centrum van de Haagse politieke verslaggeving.
Raad van State
Pieter-Bas Beekman
Verslag volgt binnenkort.
Eerste Kamer der Staten-Generaal
Eline Kramp, Mathijs Eskes en enkele Kamerleden
Bij de excursie naar de Eerste Kamer werden we na de beveiligingsscan hartelijk ontvangen door Mathijs Eskes, werknemer van de Eerste Kamer op de afdeling Communicatie en Protocol. We werden meegenomen door het trappenhuis en kwamen aan in de hal waar nog twee oude Eerste Kamer bankjes stonden. Hierdoor kon je leuk het verschil zien met de bankjes die nu gebruikt worden in de tijdelijke Eerste Kamer.
We mochten allemaal plaatsnemen in de plenaire zaal, waar Eskes een korte introductie gaf over waar we zaten. Hij legde uit dat de zaal een stukje kleiner is dan de zaal bij het Binnenhof, waardoor nu deze andere bankjes, waar we op zaten, worden gebruikt. Ook zaten er drie Kamerleden klaar om met ons in gesprek te gaan! Mary Fiers (GroenLinks-PvdA), Eddy Hartog (Volt) en Boris Dittrich (D66) waren aanwezig.
De eerste stelling waar we over gingen discussiëren ging over of er een nationale dag voor de democratie moest komen en hoe die dag er dan uit zou moeten zien. Ontzettend leuk dat alle docenten hun mening konden geven en hun creatieve ideeën wilden delen en dat de Eerste Kamerleden daarop konden reageren.
De tweede stelling ging over of Eerste Kamerleden een voltijdsfunctie zouden moeten krijgen in plaats van een deeltijdsfunctie. Ook hierover ontstond een leuk gesprek waar aan de ene kant het risico op belangenverstrengeling werd genoemd, maar aan de andere kant het voordeel werd genoemd dat Eerste Kamerleden zo wel actuele kennis en ervaring hebben uit het werkveld. Zo werd ook besproken of het niet goed zou zijn voor Tweede Kamerleden om een dag in de week een ander beroep te beoefenen.
Het was bijzonder om deze stellingen met Eerste Kamerleden te kunnen bespreken en zo met elkaar in gesprek te gaan. En dat op de plek waar Eerste Kamerleden debatteren!
Kabinet van de Koning
Cissy van Wingerden en Marjolein Beuker
Bij de excursie naar het Kabinet van de Koning kwamen aan bij een prachtig gebouw aan de Hofvijver. Hier werden we ontvangen door een van de raadadviseurs van de koning. We werden door het prachtige pand begeleid en kwamen uit op de zolder waar we een korte introductie kregen. Cissy van Wijngaarde en Marjolein Beuker, beide werkende voor het Kabinet van de Koning, namen ons mee door de werkzaamheden van het Kabinet.
We begonnen direct met een paar scherpe vragen van docenten die vroegen naar lesmateriaal om leerlingen beter te onderwijzen. Alle docenten aanwezig kregen een lesboekje mee en een mooie banner voor in de klas. Deze banner liet zien hoe de koning te werk gaat bij een wetsvoorstel. Ook werd er gelijk vermeld dat het Kabinet van de Koning open staat voor bezoeken van klassen als hier animo voor is.
Na de introductie gingen we door naar de echte presentatie. We werden meegenomen door de organisatie en we hoorden meer over de taken van het Kabinet, zoals hun rol op Prinsjesdag. Tijdens de presentatie kregen we de echte koffer waar normaal gesproken de Miljoenennota en Rijksbegroting inzitten te zien en ook een echt wetsvoorstel, ondertekend door de koning. Verder werd toegelicht hoe het Kabinet van de Koning helpt met het inplannen en begeleiden van werkbezoeken door het koningshuis in binnen- en buitenland maar ook de ontvangst van verscheidende wereldleiders aan Nederland.
Er was meer dan genoeg ruimte voor vragen van de docenten en de excursie gaf ontzettend veel inzichten en kennis waar docenten in hun lessen mee aan de slag kunnen!
Hoge Raad der Nederlanden
Mariken van Hilten (vicepresident)
Wat gebeurt er eigenlijk achter de deuren van het hoogste rechtsorgaan van Nederland? Tijdens de Docentendag Maatschappijleer bracht een groep nieuwsgierige docenten een bezoek aan de Hoge Raad. Vicepresident Mariken van Hilten nam ons mee door het indrukwekkende pand aan het Korte Voorhout in Den Haag.
Na een inleiding over de geschiedenis van de Hoge Raad en zijn verschillende onderkomens, kregen we uitleg over de structuur en de belangrijkste functies van het instituut. Daarbij werden ook enkele hardnekkige misverstanden weggenomen. Zo is de Hoge Raad het hoogste rechtsorgaan uitsluitend op het gebied van civiel recht, strafrecht en belastingrecht – niet op het gebied van ander bestuursrecht dan belastingrecht. Daarnaast stelt de Hoge Raad geen feiten vast, maar beoordeelt enkel of een lagere rechter bij een uitspraak het recht juist heeft toegepast en of de rechtsprocedure juist is gevolgd.
Hoewel het recht per definitie achterloopt op maatschappelijke ontwikkelingen, is het voortdurend in beweging. De Hoge Raad speelt hierin een cruciale rol. Wanneer wetgeving onduidelijk is, biedt de Hoge Raad helderheid. Ook als wetten verouderd zijn of nieuwe situaties zich voordoen waarvoor nog geen regelgeving bestaat, zorgt de Hoge Raad voor richting en interpretatie.
Het bezoek werd afgesloten in de grote zittingszaal, die vanwege de grotendeels schriftelijke procedures slechts enkele keren per jaar in gebruik is. Al met al was het een waardevolle en inspirerende ervaring. Het bezoek maakte duidelijk hoe dynamisch het recht is, en hoezeer het zich aanpast aan een veranderende samenleving. We verlieten het pand met nieuwe inzichten, klaar om deze te delen in de lessen.
Vadercentrum Adam
Bilal Sahin
Om het Vadercentrum te bereiken gingen we op de fiets naar een ander stadsdeel: Laak, een wijk die bekend staat als ‘de vergeten wijk’. Bij aankomst was daar niets van te merken. Met een warm onthaal door de manager en een aantal vrijwilligers werden we verwelkomd. Meteen viel op dat het Vadercentrum druk bezocht was. De manager, Bilal Sahin, nam ons mee langs verschillende projecten van het Vadercentrum en vertelde er ondertussen met vol trots en enthousiasme over. Het eerste station was de Voedselbank, tegenover het Vadercentrum. Bilal begroette daar de vrijwilligers: “Broeder! Alles goed?”. Daarna gingen we door naar de Weggeefwinkel, waar we wederom warm werden onthaald door de vrijwilligers. Hier kunnen mensen die er behoefte aan hebben alles uit de winkel meenemen.
Bij terugkeer bij het Vadercentrum, waar veel mensen waren verzameld om met elkaar een babbeltje te maken of koffie te drinken, zagen we ook dat mensen uit de buurt geholpen worden of cursussen kunnen volgen. Hulp bij het navigeren van bureaucratie, maar ook lascursussen of naaicursussen.
Het succes? Volgens Bilal komt het doordat het Vadercentrum echt vanuit de mensen is ontstaan, een “bottom-up”-project zogezegd, en niet omdat er een projectambtenaar aan heeft gezeten die het allemaal beter dacht te weten. “Het werkt”, zegt hij, “omdat wij echt vragen wat de mensen hier nodig hebben”. Begonnen als een centrum voor vaders, is het nu uitgegroeid tot een plek voor iedereen. “Heeft u al een lintje?”, vroeg een van de docenten. “Jazeker!”, antwoordde Bilal.
Rijksmuseum de Gevangenpoort
Bij de Gevangenpoort werden wij rondgeleid door twee gidsen. Na een korte ontvangst in de oude keuken werden we begeleid door het prachtige oude gebouw. We begonnen in het cellencomplex. Waar de Gevangenpoort eerst een statusvolle ingangspoort tot het Binnenhof was, werd deze in 1420 in tijd van nood omgetoverd tot cellencomplex.
In het cellencomplex werden de armen bij elkaar gepropt. Je had een kleine kamer met WC en zonder licht. Hier was je meestal maar een paar dagen, tot wanneer je werd berecht. De rijkere gevangenen hadden een compleet andere cel, werkelijk een wereld van verschil. De cellen waren eerder kamers met veel ruimte, een lekker knus bed met openhaard en je mocht zelfs je eigen meubels meenemen. Er was duidelijk klassenjustitie, zo konden de rijkere gevangenen ook gewoon vrijuit rondlopen en kon je van alles kopen bij de cipier.
Maar ook deze rijke gevangenen werden uiteindelijk berecht en ontkwamen niet aan martelingen. Zo ook Cornelis de Witt, de broer van Johan de Witt. Hij was onschuldig en bleef hierbij, zelfs tijdens zijn marteling. Na een marteling mocht je vooralsnog gaan en als je niet had bekend werd je meestal niet bestraft. Ook kregen we uitgelegd dat taakstraffen in deze tijd ontstonden.
Kortom: de excursie door de Gevangenenpoort bracht kennis over de prachtige historie van de graven van Holland, de gevangenen, en leerden ons meer over de verandering van de rechtsstaat in Nederland.